penhandel van de heer Krabbendam had toen plaatsgemaakt voor Munstermanns isoleerbedrijf welk bedrijf ook het pand op nr. 31 (voormalig gistpakhuis) gebruikte. Het pand op nr. 33 ontsnapte aan de vuurzee. Sporen van de brand heb ik wel aangetroffen in een balk van een stukje muur van het voorma lige gistpakhuis. Een stuk muur van de bran derij is blijven staan tot in 1960 de nieuwbouw van Meijer en Stegmann werd gerealiseerd. Het gedeelte van de intussen gesloopte Westmolenstraat tussen laatstgenoemde bran derij en het pand op nr. 23 (intussen ook ge sloopt) kwam in de loop der tijd, vanaf 1725 tot Fundering en stookplaats van een distilleerketel, 1760, in handen van de familie Korpershoek, waarschijnlijk van de branderij van Zoetmulder, afstammelingen van de molenaar van de Westmolenstraat 29, die werd gebouwd in 1873. Westmolen, met de volgende ontwikkelingen. (Foto: T.van Rutte, maart 2003De huizen die er stonden verdwenen en in 1757 stonden er een huis (nr. 25?), een branderij, pakhuizen, stallingen en erven. In 1796 waren deze panden van de familie Penning. Deze familie bouwde ook nog een theekoepeltje aan de Westvest. In 1896, er is dan een stuk aangebouwd, is deze koepel in gebruik als kantoor, behorend bij pand nr. 29 Westmolenstraat, in 1925 is het woonhuis van Mejuffrouw J.M. Nolet en later kantoor van de firma Th. L.J. v.d. Berg. Jan David Meijer, geboren in 1767 te Osnabrück en naar Nederland gekomen zoals zoveel Duitsers om hier als brander of als brandersknecht te werken, koopt de panden in 1817 van Penning. In 1830 koopt hij ook nog de drie hiervoor besproken panden op nr. 29, 31 en 33 zodat hij dan het gedeelte van de Westmolenstraat vanaf nr. 25 t/m nr. 33 bezit. Hij bouwde er nog een branderij bij. Aan de hand van de omschrijvingen zou dit de branderij achter de panden 25 en 27 kunnen zijn, door een gang gescheiden van de mouterij erachter aan de Westvest. Deze branderij stond in 1986 leeg en was ook uitgebroken. In 1960 pakhuis van de firma Bingham Co. Nr.27 Ongeveer op de plaats van het pand nr. 27 moet rond 1615 de looituin van Jan Jacobsz Bernou hebben gelegen. In deze buurt vinden wij in 1691 een paardenstalling van Barthelomeus van Peld en een tuin van Daniel van Boshuysen. In 1869 stond hier een koets huis, in 1892 gistpakhuis en kantoor van Wittkampf en in 1924 was het pand van de heer J. v.d. Waal. Hij had er een papiervernietigingsbedrijf. Nr. 25 Van alle industriële bedrijvigheid in die tijd rest in 2003 nog slechts het huis op nr. 25. Dit huis heeft 2 delen, links het voormalige gistpakhuis en rechts het woonhuis. Ik vermoed dat de oorspronkelijke panden geen lijstgevel hadden en later door middel van de lijstgevel zijn samengevoegd. Er is aan dit pand veel vernieuwd. Ik denk gebouwd door Korpershoek 11

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2004 | | pagina 11