ondernummering 2, 4 en 6. Ik denk dat er aan de Westmolenstraat een pand was gesloopt waardoor deze huisjes nr. 21 kregen. Nr. 15,17 en 19 We zijn nu aangekomen aan de oostelijke kant van de bansloot. De huisjes Westmolenstraat 17 en 19 zijn al eerder gesloopt, het laatste in 1997. In 1856 komt het verzoek het huisje van A.F. Pigeaud te mogen slopen en hier een koelbak te maken en een heining te plaatsen. Pigeaud was eigenaar van een huisje tegenover de Elzensteeg, het kan dus een van deze huizen geweest zijn. Ook in 1870 worden er twee huisjes gesloopt in de Westmolenstraat en in plaats hiervan moet een muur komen. Ook deze zouden 17 en 19 kunnen zijn. Hopelijk komt er bij verder onderzoek nog een antwoord op deze vraag. Het laatste gedeelte van de zuidelijke kant van de Westmolenstraat d.w.z. vanaf de panden 17 en 19 naar de Lange Haven, is mij nog niet zo duidelijk als ik zou willen. Er is hier veel gebouwd en gesloopt achter de huizen die aan de Westmolenstraat stonden, soms als pand aan de Westmolenstraat, soms als pand achter de huizen aan de Lange Haven. Er valt nog heel veel te onderzoeken. Hoek Lange Haven nr. 125 Westmolenstraat 1 Laat ik beginnen met het hoekpand Lange Haven/Westmolenstraat. Het pand Westmolenstraat 1 heeft behalve een ingang aan de Lange Haven, later ook een ingang gekregen in de Westmolenstraat, nr. 1 genoemd. In 1587 woonde op de hoek van de Lange Haven/Westmolenstraat Vranck Pietersz. Het eerste huis in de Westmolenstraat werd toen bewoond door Cornelis Willemsz, houtcooper. De erven liepen tot aan de tuinen van de huizen aan de Lange Haven (zie de kaart van De Gheyn uit 1598). Hoe men dat op de hoeken oploste weet ik niet. In 1811 woonde er de weduwe van Eduard Jacob Penning, Henrica de Greve en in 1817 de weduwe van Lambertus de Greve, Magdalena Penning. Ik heb het idee dat deze schoonzussen er samen woonden na het overlijden van hun echtgenoten. Govert van Gesel kocht in 1623 een pand aan de Lange Haven (het pand op nr. 121). Het pand had een uitgang aan de Westmolenstraat genoemd de gang van Van Gesel. Hij en later zijn kinderen, hebben hier gewoond tot Roeland Waerdenburg, getrouwd met Emerentia van Gesel, het rond 1753 erfde. Hij kocht hierna nog diverse panden en erven in de Westmolenstraat en achter zijn pand aan de Lange Haven. Behalve zijn pand aan de Lange Haven bezat hij tenslotte nog 6 andere percelen in de Westmolenstraat en achter het pand Lange Haven, sommige bebouwd en sommige niet. In 1770 is dit gedeelte van de Westmolenstraat bebouwd met pakhuizen en een of twee bran derijen. Alleen ter hoogte van de Elzensteeg staan dan nog 3 huisjes, waarvan nr. 17 en 19 al eerder en nr. 15 in 1997 is afgebroken. Rond 1790 is Leendert Tollenaar in het bezit van de panden van Waerdenburg en in 1840 geeft dat het volgende beeld, nu duidelijker omdat de kadastrale kaart van 1830 (met nrs.) er nu bij gebruikt kan worden. Hij bezit het pand aan de Lange Haven 121 met een branderij hierachter (gebouwd na 1770), twee huizen tegenover de Elzensteeg, nog een branderij aan de Westmolenstraat, iets verder dan de twee huizen, een pakhuis schuin achter deze bran derij, met een ingang aan de Westmolenstraat en tenslotte een huis achter de branderij van 13

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2004 | | pagina 13