DE ORANJEBRUGGEN
ir. H. Rienks
In 1853 besloot de gemeenteraad tot uitbreiding van de stad in het West Frankenland, dat
gezien vanuit het centrum aan de overzijde van de Nieuwe Haven ligt. Van oudsher was dit
gebied bereikbaar via de Vlaardingerdijk, die een dam vormt tussen de Nieuwe Haven en de
Vellevest, en de Hoofdbrug. Vanuit een groot deel van de stad zou het gebied via een nieuwe
brug over de Nieuwe Haven echter langs een kortere route te bereiken zijn. Toen de
gemeente in 1856 grond in het West Frankenland verkocht voor woningbouw, werd de bouw
van een brug over de Nieuwe Haven toegezegd.
De gemeenteraad besloot in 1857 om een ophaalbrug voor voertuigen te bouwen. Een voor
stel om met een goedkopere voetgangersbrug te volstaan werd verworpen. Gemeente
architect Scholten kreeg opdracht een plan te maken. B&W. ontvingen twee ontwerpen,
want niet alleen de gemeentearchitect was aan het werk gegaan, maar ook een geheimzin
nige deskundige die onbekend wenste te blijven. Zijn ontwerp werd desondanks serieus
genomen en tijdens een drietal besloten raadsvergaderingen nam de raad hierover beslissin
gen. Beide ontwerpen betroffen een stenen brug met in het midden een ijzeren ophaalbrug.
Bij het ontwerp van de gemeentearchitect was afdamming van de Nieuwe Haven noodzake
lijk. Dat werd als een nadeel beschouwd. Bij het andere plan was dat niet vereist. De beide
ontwerpen werden voor advies aan C. Outshoorn, een ingenieur uit Haarlem, voorgelegd.
Hij vond het ontwerp van de onbekende deskundige het beste. De gemeenteraad besloot dit
advies op te volgen en gaf de gemeentearchitect opdracht het plan verder uit te werken.
Zoals viel te verwachten, was de gemeentearchitect het daarmee niet eens. Hij meldde al
kort na ontvangst door de gemeente van het plan van de onbekende deskundige aan B en W
dat hij dat plan slecht vond, en dat het was gekopieerd van een plan voor een brug in
Rotterdam. Die brug is overigens echt gebouwd en voldeed goed! Nu hij dat plan verder
moest uitwerken, besloot hij nogmaals te proberen het te vervangen door een eigen plan. Hij
meldde aan B en W dat uitvoering van het plan van de onbekende veel duurder was dan deze
had opgegeven. Zelf had hij inmiddels een ander ontwerp gemaakt, waarbij afdamming niet
was vereist en dat veel minder moest kosten. Tijdens de derde geheime raadsvergadering
besloot de raad om dit ontwerp te laten uitvoeren in plaats van dat van de onbekende. De
vaste stenen brug was vervangen door een houten, de dubbele ijzeren ophaalbrug in het mid
den bleef. In 1858 werd de brug volgens dit ontwerp gebouwd. De gietijzeren hameipoorten
en balansen waren gelijk aan die van de in hetzelfde jaar door dezelfde ijzergieterij
geleverde Koemarktbrug. De nieuwe straat, die vanaf de Lange Nieuwstraat toegang gaf tot
de brug, kreeg naar het koningshuis de naam Oranjestraat. Het lag voor de hand om vervol
gens de brug Oranjebrug te noemen. De twee gietijzeren ophaalbruggen uit 1858 bleken niet
erg deugdelijk te zijn. De Koemarktbrug werd al na veertien jaar vervangen. In 1885 bleek
bij een inspectie de Oranjebrug zo slecht te zijn dat deze brug voor wagens moest worden
afgesloten. Besloten werd de brug niet meer op te knappen. De gemeentearchitect kreeg
opdracht een ontwerp voor een nieuwe brug te maken. Dit werk droeg hij op aan zijn
ondergeschikte, opzichter Bubberman. Voorgesteld werd een gelijkarmige ijzeren draaibrug
met bakstenen landhoofden te bouwen. De raad keurde dat goed en op 7 mei 1885 werd het
werk aanbesteed. Nog in hetzelfde jaar, op 24 december, kon de brug in gebruik worden
23