HOE DE ORANJEBRUG VAN 1885 TOT STAND KWAM In de Schiedamsche Courant van II maart 1939 stond onderstaand verhaal. De oude klapbrug was een groot gevaar geworden. Een draaibrug ontworpen door opzichter A. Bubberman. De staf van Gemeente Werken bestond uit 3 man! De kosten van de nieuwe brug bedroegen 40.000. Op een dag in het jaar 1884 voer in de Nieuwe Haven een roeiboot, waarin zich de opzichter van Gemeentewerken, de heer A. Bubberman bevond. De boot ging onder de Oranjebrug door en plotseling riep de heer Bubberman: "Stop even!" Zijn scherp vakmansoog had iets aan de onderkant van de brug gezien, dat eerst zijn aandacht trok; bij nadere beschouwing werd dit verbazing en bij een nauwkeurig onderzoek werd dit afgrijzen! De brug - een houten klapbrug met twee landhoofden op houten jukken - stond ongeveer op instorten! Kort te voren was daarover nog de geheele trein van het circus Barnum en Baily getrokken, dat zijn tenten aan de Warande had opgeslagen. Zware wagens, voortgetrokken door kolossale olifanten, waren de brug gepasseerd en het wonder was geschied: de brug was niet ingestort! Onmiddellijk gaf de heer Bubberman van ontdekking kennis aan zijn chef, den heer Van Erkel, destijds directeur van Gemeentewerken en deze rapporteerde aan B. en W, dat de klapbrug over de Nieuwe Haven bij de Oranjestraat in een zeer deplorablen toestand ver keerde en onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was. B. en W. zagen dit ook in en de directeur van Gemeentewerken kreeg opdracht om met voorstellen te komen, die zouden leiden tot een redelijke oplossing. De heer Van Erkel, die vroeger houtkooper te Arnhem was geweest en reeds oud was - in 1887 verliet hij den gemeentedienst met behoud van zijn salaris van ƒ2500 als pensioen - droeg zijn jonge en ambitieuzen opzichter op dat zaakje maar eens op te lossen. De heer Bubberman ging aan het werk. Hij bestudeerde de situatie, kwam tot de conclusie dat een nieuwe draaibrug met in het midden van de haven een pijler en lange steenen land hoofden, de meest gewenschte oplossing was. Een potloodteekening werd gemaakt en deze vond dadelijk genade in de oogen van het gemeentebestuur. De opdracht volgde om de brug in details te ontwerpen. De staf van Gemeentewerken Ook dat gebeurde, maar... in den vrijen tijd van den heer Bubberman, want er was ook nog werk te doen dat niet aan een ander opgedragen kon worden. De heele staf van Gemeentewerken bestond toen n.l. uit... drie man: de directeur, de heer Van Erkel; de opzichter, de heer A. Bubberman en baas Noordijk! Behalve voor het technische werk, moesten deze drie mannen ook nog de geheele administratie verzorgen. Een timmermans knecht, die netjes kon schrijven en accuraat was, werd zooveel mogelijk met het admini stratieve werk belast. Vele avonden heeft de heer Bubberman besteed aan het maken van de detailteekeningen van de - in 1884!- nieuwe brug. Toen zij gereed en goedgekeurd waren, moest de heer Bubberman ook nog het bestek maken! De ontworpen brug, ongeveer 40 m. lang met een rijweg van pl.m. 4 m. breedte en daarnaast twee voetpaden elk van 1 m., was voor dien tijd groots! Aan den overkant van de Nieuwe Haven was bijna nog geen bebouwing. Alleen langs de haven Westerkade en hier en daar in de Warande, stond een pand, meest nog voor indu- 27

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2004 | | pagina 27