Nr. 29
Het pand op nr. 29 is zoals bijna alle panden in deze straat een huis geweest.
In 1779 verkoopt de eigenaar, Wolphert de Merree, dit huis met een branderij erachter (te
zien op de kadastrale kaart van omstreeks 1830). Op deze plaats wordt in 1873 door de
gebrs. Zoetmulder een branderij gebouwd.
De Commissie van Fabricage schrijft het volgende hierover: 17 oktober 1873 gebrs.
Zoetmulder vragen vergunning voor het bouwen van een branderij in de Westmolenstraat,
plaatsen boerenbak in eene stelling en neerleggen van materialen aldaar. Op 13 februari
1874: C. Zoetmulder vraagt vergunning tot opslaan van een werkloods op de open grond aan
de Westvest langs stoomkorenmolen De West ten dienste van de in aanbouw zijnde branderij
in de Westmolenstraat.
De tekeningen van de voorgevel van deze nieuwe branderij zijn in het archief gevonden.
Werd het huis met de oude branderij erachter, gebouwd in 1779 afgebroken toen de nieuwe
branderij werd gebouwd of werd alleen het huis afgebroken en de branderij verlengd? Lang
is deze nieuwe branderij niet in werking geweest. In 1896 komt er een verzoek van de heer
D. Krabbendam om de uitgebroken branderij in te mogen richten als bewaarplaats voor lom
pen en metalen. De buurt waarin het pand staat is volgens de heer Krabbendam zo goed als
onbewoond. In de winter van 1924 brak in deze voormalige branderij brand uit. De lom-
9
De Westmolenstraat 29 en 31 tijdens een brand in de winter van 1924 in de panden van
Munstermann's Isoleerwerken. Het hoge pand (nr.29) is de branderij van Zoetmulder, gebouwd in
1873, sinds 1896 niet meer als branderij in gebruik. Rechts (nr.31) het voormalige gistpakhuis uit
1820, later van Walraven Beukers Co. (Naar een foto uit 'Groot Rotterdam', zie H.Kiela,
'Schiedams Oude Binnenstad pag. 112)