KE^ftlSGUVIKG. KEXiXISGSiiVIiSG. In het begin van de epidemie verscheen regelmatig een kennisgeving in de krant over aangetast vee bij een boer Later stopte men hiermee. Het werd gewoon teveel. Eveneens mocht later het vlees van het vee, in het beginstadium van de ziekte geslacht, niet meer verkocht worden. Het gestorven of afgemaakte vee werd, nadat de huid was ingekerfd, met een hoeveelheid ongebluste kalk begraven. Uit het hele land waren veeartsen naar Schiedam gekomen om te helpen met de bestrijding. In Kethel ging het anders. Daar had de Raad er niet mee ingestemd om twee extra agenten te benoemen. Maar toen werden er militairen ingekwartierd. En de gemeente kreeg te horen: dat het zenden van het detachement niet meer kon worden ingetrokken en het Gemeentebestuur aan zich zelf heeft te wijten, door niet genoegzaam tijdig in een behoor lijke uitbreiding van politiepersoneel te voorzien Veel later kreeg Schiedam ook wel met militairen te maken. In december 1866 stelde de gemeente enkele lokalen beschikbaar ter huisvesting van een detachement infanterie en cavalerie ter bewaking van de lijn ter afsluiting langs de Maas. Men had namelijk een gebied vastgesteld, waar het vee niet in of uit mocht, en dat vereiste een strenger toezicht. Maatregelen De overheid reageerde zeer traag. Hoewel er al wetgeving was om verspreiding van run derpest (ook wel genoemd: veepest of rundveetyfus) te voorkomen. Deze was gemaakt naar aanleiding van runderpestepidemieën in het verleden en in 1813 met succes toegepast. Minister Thorbecke vond echter dat gemeenten en provincie de vrije hand moest worden gelaten en zeker dat de centrale overheid er zich zo min mogelijk mee moest bemoeien. Maar een Kamermeerderheid en kranten drongen aan op maatregelen. Thorbecke polste zijn 87 BURGEMEESTER F.N WETHOUDERS DER GEMEENTE KETlIELc. a., Gezien do ran den liter I/rnwr der Vccartscny- acbool to Utrecht G. J. HENCE VELD, ontvangen verklaringen tot onteigening van Runderen lijdende nnn hr*«nrltrliJUe zlrkte ten cindo daarmede Gencc*kundigo proefnemingen to bewerkstelligen. Overwegende do noodzakelijkheid tot die onteigening aanwezig is. Gelet op Art. 00 en volgende der Wet op ont eigening van den 28 Aug. 1851 [Staatsblad No. 125). Hebben, nadat do vcrcischte Schatting door twee des kundigen beeft plaats geluid besloten to onteigenen de volgende ter geneeskundig onderzoek bcstemdo zicko Runderenals van den Veehouder en llouwman W. VAN DER MOST, een zwart haute Hoe, oud 4 jaar, en van G. VAN DER MOST, twee r.iynrt bonte Korijrii rcjpec'ivclijk oud 4 en 5 jaar, en zulks tegen hij minnelijke schikking bepaalde gelde lijke schadeloosstelling. En zal dit Besluit, wnnrrnn aan Gedeputeerde Staten dezer l'rovincio wordt kennis gegeven, ter openbare ken nis worden gebragt, zoo door lietzclro alhier te doen aflezen en annplakken, als door opneming daarvan in de Schitdamsche Courant Kltjiel c. a., den 31 Augustus 18C5. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Burgemeester A. W. C. I)OMIS. De Secretaris a. i. II. LANSBERGEN. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM, Overwesendc dat op den 28 Augustus jl door JACOB VAN DER MOST. Bouwman, wonende alhier, bij den Burgemeester aangifte is gedaandat een zijner Runderengestald in het pand, staande aan do Lange Nicuwstrnat, Wijk B, No. CO, door de VcrzliUte ia am»s:rtn«.t. Overwegende dat uit het rapport van den Veearts F. C. IIEICMEI.IER, blijkt, dat een iwnrlhaute <la, oud 2»j jaar, hierboven bedoeld, is aangetast door de besmettelijke Veeziekte. Gelet zijnde op do Artt. Cl) tot en met Art. 72 der .Wet van 28 Augustus 1851 [Staatsblad No. 125.) Hebben besloten: 1. Den bovenstannden O* dadelijk tc onteigenen te doen afmaken en na inkerving der huid, met bijvoeging ▼an eeno genoegzamo hoeveelheid ongebluschten kalk diep in den grond begraven. 2. Dat dit besluit terstond zal worden medegedeeld nan Gedeputeerde Staten van Zuidhollandafgekondigd bfnncn dezo Gemeente en geplaatst in de Sdiudamschc Courantx ScniEDAVden 1 September 1 SC3. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, L. KNATREKT. De Srerctaris VERNÈDE.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2004 | | pagina 7