Op de eerste verdieping aan de voorzijde lagen weer twee ruime kamers en aan de achter
zijde van het gebouw lag nog een grote kamer over de hele breedte van het huis. Deze laat
ste was gereserveerd als oefenplaats voor de tamboers en hoornblazers.
Op de ruime zolder was de gymnastiekzaal ingericht waar een vaste rekstok en ringen waren
aangebracht, plus een opbergruimte.
Bij de opening van dit eigen huis van de Garde, op 2 juli 1935, waren naast de Raad van
Toezicht, de oud-Hopman J. van der Plas, bestuur en leden, en ook vele ouders aanwezig.
Twee weken later op 15 juli 1935 nam het Vendel deel aan het défilé voor Schiedams nieuwe
burgemeester Mr. Dr. F.L.J, van Haaren.
Dinsdag 22 oktober 1935 werd het eenjarig bestaan van het Vendel gevierd in zaal
Eendracht.
Secretaris W. van Oordt releveerde de oprichting, schetste uitvoerig de verrichtingen van het
Vendel en besloot met het declameren van een zelfgemaakt gedicht, waarmee hij een uit
bundig succes oogstte. Er werden enkele humoristische voordrachten gehouden, terwijl de
avond besloten werd met een groots tableau. Aanwezig waren 400 belangstellenden.
Eind 1935 werd de W. van Oordt aangesteld als Vendelcommandant (Hopman). Hij zou dat
tot eind 1938 blijven. Naast de wekelijkse clubbijeenkomsten en de maandelijkse
vendelavonden werd aan tal van evenementen deel genomen. Bij elke verjaardag van een lid
van het Koninklijk Huis maakte het Vendel een rondwandeling door de stad. Op Prinsjesdag
trok men naar Den Haag en op 1 april ging men naar Den Briel.
Elk jaar nam het Vendel deel aan de plaatselijke avondvierdaagse en aan tal van andere
wandeltochten binnen en buiten de stad. De bekendste waren de Rotterdammermars, uit-
130
Het Vendel tijdens één van de vele wandeltochten.