Bij de aanvraag voor toestemming tot het oprichten van de lucifersfabriek was een beschrij ving van de fabricage en een plattegrond tekening bijgevoegd. De beschrijving is interessant en daarom volgt een korte inhoud hiervan: De fabricage vond plaats op de eerste verdieping of op de zolder van het pand. Bij de lucifers werd geen witte fosfor meer gebruikt. "De carton wordt gedrenkt met een vocht, dat alles wat ermede doortrokken is, onontbrand- baar maakt. Hy wordt daarna in strooken gesneden en de einden tandvormig geperforeerd, vervolgens met paraffine gedrenkt. De paraffine wordt op een waterbed gesmolten bij hoog stens 50 graden Celsius en deeze bewerking geschiedt dus zonder gevaar, reuk of walm. De gedrenkte strooken worden thans tussen latjes gespannen en deze latjes in ramen gespannen. De geperforeerde uiteinden worden op een vlakke ijzeren plaat met rand in een brei van chemicaliën gedompeld en aldus van koppen voorzien. De ramen worden in hangers geplaatst in een droogkamer die aan alle zijden gesloten is en door een buis met den schoorsteen in verbinding is. Deze droogkamers worden van steen opgetrokken en de vloer, deuren en zoldering met plaatijzer beslagen. Zij worden niet warmer gestookt dan 15-20 graden Celsius, wanneer de ramen waarvan boven sprake is, er in te droogen hangen. Indien de droogkamer voor het droogen van het met parafine gedrenkte carton gebruikt wordt ver warmt met het tot 50 graden Celsius. De vrijgekomen waterdamp ontwijkt om den schoorsteen. De gedroogde, van chemicaliën voorzien strooken carton, worden daarna ingesneden en in kaartjes geknipt, waarna zij, na hechting, ter verpakking gereed zijn: Deeze lucifers ontbranden alleen als men ze wrijft over het strijkvlak, uit chemicaliën bestaande, waarin eveneens de witte phosforus geheel ontbreekt. De lucifers zijn besloten in een soort portefeuille of andere verpakking, welke bestaat uit beplakt stroocarton aan de buitenzijde met het strijkmengsel bestreken. De aldus gevormde pakjes worden in donzen en deeze in kisten verzonden". De aanvraag werd in behandeling genomen en politie en directeur van gemeentewerken werden geconsulteerd. De politie had, gegeven de klassering voor de fabriek in groep 3 (onder andere gevaarlijke en ontplofbare stoffen), geen bezwaar indien de inrichting con form het opgegeven plan zou worden ingericht. Van gemeentewerken kwam een goedkeu ring indien voldaan zou worden, boven de toegezegde maatregelen aan: Optrekken van de schoorsteen tot minimaal een halve meter boven de nok van het dak Binnen een afstand van een halve meter uit de stookplaats géén andere dan brandvrije materialen aanwezig te laten zijn. Langs de buitenzijde van de achtergevel plaatsen van een brandtrap, die vanuit de werk plaats toegankelijk moest zijn In het gebouw een brandkraan aan te sluiten op de stedelijke waterleiding. De slang moest een zodanige lengte hebben dat hiermee elk punt in het bedrijf kon worden bereikt. Van de aangeschreven eigenaren en omwonenden, die waren uitgenodigd op de vergadering van 10 mei kwam niemand opdagen. Verder was geen enkel bezwaarschrift binnengekomen. Willem Beukers beantwoordde op de vergadering van Burgemeester en Wethouders nog 122

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2004 | | pagina 6