Ook op nummer 15a heeft korte tijd een kunstschilder gewoond, de Schiedammer Adriaan
van der Schouw, 'wat hem een inspirerend uitzicht over het platteland verschafte', citaat uit
'De zeis aan de wilgen' van Jaap de Raat. Een saillant detail is dat hij een schildersmodel in
een badkuip gevuld met ijskoud water liet plaatsnemen, omdat hij een 'lijk' wilde schilderen.
Later woonde op nummer 15a de familie Vermeer. De heer Vermeer huurde van Piet de Pater
een terrein waarop hij kippen hield, de eieren verkocht hij aan de groothandel. Op nummer
17a woonde vanaf 1927 de familie Van Leeuwen. De heer Van Leeuwen werkte als wasbaas
in de Boterstraat in de wasserij van zijn schoonouders tot deze wasserij werd gesloten. Van
Leeuwen en zijn vrouw begonnen toen een eigen wasserij in de schuur naast hun woning.
Omstreeks 1939 verhuisde de familie naar de Breedestraat nu Burgemeester Verveenstraat)
en zette daar de wasserij voort. In 1942 is de familie uit Bijdorp vertrokken.
Aan het einde van de Westpolderstraat had Bas van Noordennen zijn chemicaliënhandel en
een opslagplaats van metalen zoals lood, ijzer, koper enz.
We keren om en lopen de Westpolderstraat weer uit, ondertussen overdenkend dat de straat
door alle nieuwbouw onherkenbaar veranderd is. Maar wat heerste er vroeger een bedrij
vigheid in de straat! We slaan nu linksaf de Burgemeester Verveenstraat in, de Breedestraat
voor de annexatie van Kethel door Schiedam in 1941. De naam moest veranderd worden
omdat er al een Breedestraat in Schiedam bestond. De Burgemeester Verveenstraat is
genoemd naar burgemeester Verveen van Kethel en Spaland, van 1907-1934.
Op nummer 1 woonde N. Martijnse en later Jan Zwart met een handel in olie en
huishoudelijke artikelen. In de crisisjaren is de heer Zwart door de gemeente Kethel een paar
jaar als zwemmeester bij de Poldervaart aangesteld. De buurman op nummer 3, Toon
Kerkhof, had eveneens een oliehandel, daarnaast verkocht hij kolen en butagas. Met zijn
paard en wagen was hij een markant figuur langs de Kethelse wegen. Op nummer 7 de
schoenmakerij van de heer Wijnen tot 1960, zijn overbuurman G.H. Kok op nummer 8 had
eveneens een schoenmakerij tot 1945. Op nummer 11 woonde gemeenteraadslid Gerard van
Noordennen en op nummer 12 de heer Bergsma. Bergsma was scheepstimmmerman en
maakte in zijn vrije tijd kano's, die hij verhuurde bij de uitspanning 'De Halve Maan'. Zijn
vrouw had een leesbibliotheekje, dat wil zeggen, zij had in haar huis een mooie boekenkast
met sprookjesboeken, waaruit zij kinderen uit de buurt voorlas. De familie Bergsma had als
één van de eersten in Bijdorp televisie; kinderen uit de buurt mochten voor 5 cent naar het
kinderprogramma op woensdag- en zaterdagmiddag komen kijken.
Op nummer 11 woonde aanvankelijk de familie Schot, begin jaren zestig woonde hier de
familie H. Jongeneel.
Zij had een handel in lompen en metalen. Hun opslagterrein was aan de overkant van de
straat. Na het vertrek van de familie Jongeneel woonde hier de familie L. Sterrenberg. Deze
familie trok in de zomermaanden met diverse attracties langs de Nederlandse kermissen. In
de wintermaanden werd er achter in de Burgemeester Verveenstraat en in de schuur naast
het huis aan onderhoud van het materiaal gedaan. Een kleinzoon van de heer Sterrenberg
staat ook nu nog in de decembermaand met zijn oliebollenkraam op de hoek van de Nieuwe
Haven en Burgemeester Knappertlaan.
Op nummer 13 de garage van Jan Hoogland, hij vervoerde vee en was vrachtrijder en hij
had hier zijn goederenopslag en autostalling. Op nummer 23 woonde de familie Bregman
en later de familie Daalmeijer.
De heer Daalmeijer was melkboer. Dit huis is in de jaren zeventig afgebroken en in de oude
situatie weer opgebouwd.