weten Gerrit van der Most Gerritszoon (1829-1889) zou oorspronkelijk slagersknecht bij
Verboom zijn geweest. Deze zou de zaak van Verboom hebben overgenomen. Volgens de
geïnterviewde was de zaak op het moment van het interview reeds 127 jaar in het bezit van
de familie Van der Most. Dit zou dus betekenen: vanaf 1843. De prijs van het pand zou des
tijds ongeveer 4000 gulden hebben bedragen. Op pagina 23 van het boek laat Christiaan van
der Most de koopakte van de slagerij triomfantelijk zien. Omstreeks 1890 zou het oude pand
zijn vervangen door een nieuw (zie: pagina 146 van "Het levend verleden van Schiedam".).
Mythe
Van der Most heeft hier een mythe verwoord; waarschijnlijk een mythe die binnen de fami
lie is ontstaan. Wie echter de Schiedamse Courant van 25 juli 1890 er op naslaat, ontdekt
dat de slagerij pas op 1 augustus 1890 door Comelis van der Most Gerritszoon (1869-1925),
de vader van Christiaan, van Arij Verboom is overgenomen. Deze was in feite knecht bij
Verboom geweest. "Voorshands wordt de zaak uitgeoefend in de voormalige slachtplaats
van den heer Verboom, aan het Heerenpad" staat er nog bij. Verboom was toen al geruime
tijd ernstig ziek. In feite is hij op 20 augustus daaraanvolgend overleden. De slagerij was dus
in 1970 niet 127 jaar in handen van de familie Van der Most, maar niet meer dan 80 jaar.
Het zou nog tot 26 september 1899 duren voordat het pand echt in het bezit van de familie,
in casu van Comelis van der Most Gerritszoon kwam (acte notaris H.M.Chr. Poortman,
NNA inv. Nr. 737). Echt in het bezit van de familie Van der Most was de slagerij ten tijde
van het interview dus slechts rond 70 jaar!
Feiten
Het verhaal van Van der Most is in verschillende opzichten niet in overeenstemming met de
feiten. Het bewuste pand Broersveld no. 100 (toen nog aangeduid met de nummering C 485)
is in 1826 inderdaad in het bezit van een Verboom gekomen. Echter, niet Arij (1814-1890)
werd de eigenaar, maar diens vader Jan Arijszoon (1790-1862). Hij kocht het pand aan het
Broersveld op 16 september 1826 van de hovenier en warmoezenier Jan Dekker, die het
weer van zijn vader Hendrik had geërfd. De koopsom bedroeg 1090 gulden (akte notaris J.
Dijkmans, NNA inv. nr. 239a). Vader Jan Verboom was warmoezenier, zoon Arij was op dat
moment slechts 11 jaar oud. Het is daarom niet waarschijnlijk dat men toen al met de slage
rij is begonnen. Op 16 oktober 1834, wanneer Arij trouwt met Catharina Maria Weber
(1817-1853), is zijn beroep tuinier. Pas bij de geboorte van zijn vierde kind in 1838 wordt
hij aangeduid als vleeshouwer. Het duurt dan nog enige jaren, namelijk tot 1841voordat hij
zich op het adres Broersveld C 485 (later: no. 100) vestigt. We kunnen derhalve aannemen
dat de slagerij Verboom pas omstreeks die tijd - 1841 - is geopend.
Wanneer vader Jan Arijszoon Verboom op 11 november 1862 komt te overlijden, blijkt hij
over een vermogen van rond 11.500 gulden te beschikken. Dit zou onder de huidige
omstandigheden neerkomen op een bedrag van 1,25 a 1,4 miljoen gulden of rond zeshon
derdduizend Euro. Hiervan erft zoon Arij (1814-1890) een achtste, waaronder het pand
Broersveld C 485 (later: no. 100). Dit wordt op dat moment op 1825 gulden getaxeerd.
Vervolgens komen er nog twee opmerkelijke transacties. Op 26 oktober 1876 verkoopt Arij
het pand aan zijn twee dochters Christina (1850-1882) en Regina (1853-1910). De verkoop
som bedroeg 2000 gulden (notaris K.A. Poortman, NNA inv. nr. 401Op 11 februari 1880
verkopen de beide zusters het pand weer aan hun vader. De verkoopsom bedroeg toen 3500
gulden (notaris K.A. Poortman, NNA inv. nr. 409).
180