Notulen B&W 9 september 1854, voormiddag ten 9 ure.
Aanwezig: L. Knappert, Mr. K.A. Poortman en D. Verlouw
In aanmerking genomen zijnde dat, in weerwil van de op gisteren gedane publikatie, waar
bij de ingezetenen ernstig zijn aangemaand om zich rustig te houden en aan geen zamen-
scholingen deel te nemen, deze zich niette min op gisteren avond hebben herhaald en er op
nieuw baldadigheden zijn gepleegd; dat de, vooral op het marktplein zeer talrijke vereenigde
volksmenigte, zoodanige onrustige en dreigende houding heeft aangenomen dat de voorzit
ter gebruik makende van de hem bij de Gemeentewet verleende bevoegdheid, gemeend
heeft bij eene publikatie alle verenigingen op de openbare straat van meer dan drie perso
nen stondelijk te moeten verbieden en te bevelen dat die, desnoods door de gewapende magt
zullen uiteen gedreven worden.
Dat ook deze publikatie schier geene uitwerking heeft gehad en dat de bevelhebber van de
op gisteren alhier aangekomene militaire magt, bestaande uit een detachement van 20 man
cavallerie en 60 man infanterie, verklaard heeft, ook met behulp van de schutterij, die ins
gelijks onder de wapenen is niet bij magte te zijn de rust op den duur te handhaven en de
orde te herstellen zoo hij geene versterking van magt erlangde;
1) Alsnog bij het departement van oorlog eene versterking van gewapende magt aan te
vragen
2) Den Burgemeester te verzoeken om, in den loop van den dag, het op gisteren afge
kondigde verbod van alle vereeningen op de openbare straat van meer dan drie person
en te herhalen.
3) De localen van de Armkamer in de Doele en van de Stads Exercitieschuur ten spoedig
ste in gereedheid te doen brengen daarin de manschappen en paarden van de bereids aan
wezige en nog te verwacht worden de Militaire magt te huisvesten; en
4) De commissie voor de uitdeling van soep aan de behoeftigen te verzoeken en te magti-
gen om zich te belasten met het aanschaffen en toebereiden der spijzen ten behoeve van
de alhier tijdelijke aanwezige troepen.
BERNARD STIJLER
Op 16 september 1854 overlijdt in de "ziekeninrichting" te Schiedam kanonnier le klasse
Bernard Stijler. Hij is niet overleden door krijgsverrichtingen, maar aan cholera, die toen
erg heerste. Het ziekenhuis stuurt aan het detachement des Regiments Rijdende Artillerie
een nota voor in totaal 16 verpleegdagen van vier militairen, waaronder Stijler met 5 dagen.
(Op de nota wordt de aard van de ziekte niet vermeld.) Ook worden nagelaten kle
dingstukken naar de commandant opgestuurd, met de opmerking, dat daaraan het hemd ont
breekt, waarin de overledene begraven is. De RC van 22 september bericht over de ter
aardebestelling op de RK begraafplaats te Schiedam, met militair eerbetoon door de schut
terij.
In de SC staat een berichtje over de cholera, die in september weer is uitgebroken. Tot 20
september zijn 35 gevallen bekend, waarvan 22 personen zijn overleden. In het Stads
Ziekenhuis zijn, tot heden, slechts 2 lijders (beide militair) opgenomen.
20