DE PLAATSELIJKE PERS EN DE RELLEN
Wim Snikkers
Er bestond al een plaatselijke krant tijdens de rellen: de Schiedamsche Courant (SC), die
echter slechts op maandag en donderdag verscheen. Over de rellen werd soms door andere
kranten uitvoeriger bericht.
Nederland liep beslist niet voorop in journalistiek opzicht. In 1850 was de totale oplage van
alle kranten 54000, op een bevolking van 3 miljoen.
Twee dagbladen hadden een voortrekkersrol en een min of meer landelijke uitstraling. Het
Algemeen Handelsblad (5400 abonnees). De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) had
slechts 1800 abonnees, maar daarnaast bestond toen ook nog de Rotterdamsche Courant
(RC), die driemaal per week verscheen, met 1220 abonnees. Behalve de Haarlemsche
Courant (3250 abonnees) hadden de andere kranten meestal slechts een paar honderd abon
nees. De kranten namen veel van eikaars berichten over, dikwijls letterlijk, daarbij meestal
ook de bron vermeldend.
Nog in 1896 toen voor het eerst in Schiedam een grote staking was, klaagde de Nieuwe
Schiedamsche Courant (er waren inmiddels twee kranten), dat zij alle vergaderingen over
de staking niet kon bijhouden. Daarom nam zij maar berichten uit de NRC over (Scyedam
nr. 1, 1996).
Het is opmerkelijk, dat de SC soms over de rellen minder berichtte dan bijvoorbeeld de
NRC, die in Schiedam blijkbaar een eigen correspondent had. Wij hebben het verslag over
de rellen uit de NRC van 9 september 1854 in zijn geheel opgenomen.
Het verhaal over de melkboer, die een aanleiding was voor de rellen, komt merkwaardiger
wijze niet in de SC voor. Waarom niet? Omdat iedereen het toch al wist? Schiedam telde
12000 inwoners, die dicht op elkaar woonden. Of vond men het te gênant, of kreeg men een
tip van de autoriteiten? Zowel de NRC als de SC meldden de straffen en de volledige namen
van vier personen (zie "Rechterlijke Uitspraken"), die bij de oproerige bewegingen"
betrokken waren. Maar dat er ook vrij spaken waren wordt niet vermeld. Ook de vrijspraak
van de man, die het paard doodstak komt niet in de krant.
De SC had soms kritiek op sommige bladen, zoals op 16 september 1854:
"Met byzonder leedwezen hebben wij gezien, dat in enige dagbladen berichten omtrent het
gebeurde voorkomen, die minder juist zijn en zelfs onaangenaam voor diegenen, welke zich
zozeer beijverd hebben in het getrouw vervullen van hunnen plicht.
En de SC zegt toe "dat wij later een getrouw verslag van een en ander hopen te geven,
daaruit zal ten duidelijkste blijken, hoezeer zulke berichten ongegrond zijn
Zonder te noemen, waarover het gaat en wie er iets heeft geschreven weet men een ding
zeker: het is onjuist. Aan het getrouw verslag is men niet meer toegekomen.
De onderdanige houding ten opzichte van het Stedelijke Bestuur blijkt uit het artikel in de
SC van 14 september 1854, dat wij hebben afgedrukt. Merk ook op hoe kronkelig en met
veel woorden men vermijdt iets over de politie, die geen heldenrol speelde, te schrijven.
Op blz. 25 (onderaan) en op blz. 26 (boven) vindt u deze afdruk.
24