Op dezelfde vergadering blijkt een batig saldo in kas te zijn van fl. 193,96. De vice-presi
dent stelt daarop voor om honderd gulden te besteden en daarvan een dag uit te gaan. Zo
wordt het zogenaamde 'potverteren' geboren. Als eerste bestemming wordt gekozen voor
een reisje naar Haarlem en omstreken.
Een eerste eigen compositie
In de eerste jaren van In Honorem Dei wordt er veel geregeld. Zo komt de 'wenschelijkheid
van een gemengd koor' ter sprake. Maar de heer Honnerlage Grete, die dit voorstel doet,
vangt al snel bot.
Ook verschijnt er een nieuwe functie binnen het koor, namelijk die van bibliothecaris. Tot
1885 had de dirigent zich over de bibliotheek ontfermd, maar aangezien de bibliotheek zich
steeds verder uitbreidt, is het wenselijk om een ander persoon daarvoor te benoemen.
Het gedrag op de koorzolder komt ook ter sprake. Het 'godsdienstig gedrag in de kerk laat
nog al eens te wenschen over'. De voorzitter verlangt daarom dan ook een betere houding
van de leden.
In 1885 krijgt het koor een vaste organist, in de persoon van Joh. G. van Ette.
Deze organist pakt de zaken nog wat forser aan, zoals blijkt uit een verslag in de Nieuwe
Schiedamsche Courant, van 24 december 1886:
"Naar wij vernemen is door den Heer Joh. G. van Ette, organist der Bijkerk O.L. Vrouw van
den H. Rozenkrans aan den Singel, voor het choorgezelschap dier kerk een Kerstcantate
gecomponeerd. Op het Kerstfeest zal deze compositie onder de H. Diensten, die de Hoog
mis voorafgaan, in genoemde kerk worden uitgevoerd."
Dezelfde Nieuwe Schiedamsche Courant meldt op 27 december 1886:
"Gisteren, tweede Kerstdag, hadden wij het genoegen eene uitvoering te mogen bijwonen
van de door den Heer Joh. Van Ette gecomponeerde heerlijke Kerstcantate. Men gevoelde,
dat de heeren koristen, met recht trotsch op hunnen organist, met liefde en vuur zijne com
positie zongen, zoodat, hoewel niet geheel en al vlekkeloos, de geheele cantate voor het
minst zeer verdienstelijk ten gehoore werd gebracht. Wij durven vertrouwen, dat deze zelfde
cantate, op het vereerend verlangen van zoo velen, nogmaals zal worden gezongen met het
H. Driekoningenfeest. Wij wenschen den componist, den Heer M. Honnerlage Grete,
Directeur, en alle heeren leden geluk met het behaalde succes en vertrouwen, dat zij,
getrouw aan hunne leus: In Honorem Dei, voort zullen gaan op den ingeslagen weg en zoo
mogelijk nog heerlijker vruchten zullen plukken van hunnen ijver en liefde voor de goede
zaak der waren hart en ziel verheffenden kerkdijken zang".
Afsluiting van de periode Honnerlage Grete
Op 18 november 1906 wordt een tijdperk afgesloten. Een buitengewone vergadering is
belegd. De vice-president, tevens dirigent, de heer Honnerlage Grete en de secretaris de heer
J.D. Kramers stellen hun functie ter beschikking. Beiden waren leden van het eerste uur. De
heer Honnerlage Grete wordt benoemd tot Ere-Directeur. Meer dan vijfentwintig jaar
hebben beide heren het koor gediend en dus wordt op een waardige manier afscheid van hen
genomen.
98
Blz. 99: De Nieuwe Schiedamsche Courant van 29 mei 1931 drukt
ter gelegenheid van "Het gouden jubilé "een beknopte geschiedenis af.
