Uit de notulen van de kerkbestuursvergadering van 12 september 1910 blijkt, dat Schiedam
een nieuwe burgemeester heeft gekregen in de persoon van M.L. Honnerlage Grete. Er staat
vermeld: "de Voorzitter zal zich belasten met de taak onzen nieuw aangestelde Burge
meester, de Heer M.L. Honnerlage Grete, een plaats in de kerk aan te bieden. Deze zal zijn
de eerste plaats in de mannenbanken zoodat de kerkmeesters een plaats opschuiven
Uit het jaarverslag van 1912 blijkt dat de 4-stemmige Mis Solemnis van Loots geschonken
is door de nieuwe burgervader: "die door dit geschenk toonde zijn liefde voor het koor; het
koor groot geworden door zijn bezielende leiding".
In het jaarverslag van 1946 staat het volgende: "Wij wijzen - niet zonder enige trots - op een
der oprichters van ons koor, den Heer Honnerlage Grete, die dit jaar in besten welstand zijn
honderdsten verjaardag mocht vieren. Den Heer Honnerlage Grete is nog steeds Ere-
Directeur van In Honorem Dei.
Mobilisatie en Gouden jubileum
De mobilisatie in Nederland ten gevolge van het oorlogsgeweld, buiten onze grenzen, slaat
ook bressen in het koor. Ter vergadering op 25 maart 1915 zijn slechts tien leden aanwezig.
En in de notulen van de koorvergadering de dato 2 maart 1916 staat te lezen:
"Den Heer J.C. Breve verlaat de vergadering! De Koningin roept hem! Pastoor geeft hem
voldoende sigaren tot gedachtenis dezer vergadering.
Het gouden jubileum van de kerk, werd gevierd op 14 juni 1931. De vieringen werden uit
gezonden door de K.R.O. 's Middags werd om 15.00 uur het Christus-Koning-beeld onthuld
op het kerkplein.
Crisis
Op 16 mei 1935 vindt er een buitengewone vergadering plaats. Al langere tijd broeit er iets
bij het koor en naar men zegt heeft het onder andere te maken met het rumoer van de
koorleden tijdens de Mis. Het bestuur denkt het lek uiteindelijk boven te hebben, maar nader
onderzoek levert het volgende feit op: er is van het jaar 1936 geen verslag te vinden. Sim
pelweg vanwege het feit dat er geen vergadering is gehouden. Uit verdere correspondentie
valt af te lezen dat er twee groepen waren ontstaan binnen het koor en zelfs ook binnen het
bestuur. Men verloor de dienstbaarheid aan de kerk uit het oog en sommigen gaven zich over
aan persoonlijke vetes. Dit ging enige leden te ver en na een rijp beraad met de Pastoor
zetten deze leden hun schouders eronder. Zij verzamelen een vaste kem om zich heen, een
nieuw bestuur wordt aangesteld en met ongeveer de helft van het vroegere aantal leden
wordt geestdriftig gezongen en is het leed weer snel geleden.
De koorleden lopen elkaar dikwijls voor de voeten, daarom spreekt men op de vergadering
van 19 juni 1930 af dat de dirigent een plattegrond van het koor zal maken.
Soms zijn de koorleden onvoldoende uitgedost om hun taak naar behoren te kunnen uit
voeren. Derhalve lanceert de vice-voorzitter op 12 januari 1933 een voorstel, naar aanleid
ing van de uitvoering van een Requiem:
"Jammer dat er op het graf maar 7 zangers waren. Laat, gezien dit kleine aantal, nu in het
vervolg de hooge hoeden geleverd worden voor rekening van het koor, of anders voor reke
ning van mijnheer Pastoor."
100