regentessen en regenten van het Weeshuis van mening, dat de vierhonderdste verjaardag van deze eerstesteenlegging een eenvormige beschrijving van de hele geschiedenis vanuit het hedendaags perspectief rechtvaardigt. En dat is zeker het geval. Ingrid van der Vlies heeft haar werk grondig gedaan. Alle aspecten van het weeshuis komen aan bod. De oprichting van het weeshuis, maar ook de notabele Schiedammers die met het weeshuis te maken had den. Ook is er aandacht voor de wezen die het weeshuis voor het eerst betraden. Deze kinderen moesten gekleed en gevoed worden. Het weeshuisuniform werd aangetrokken en ook voerde men een streng beleid over het voedsel. De naaimoeder van het Weeshuis had de taak erop toe te zien 'dat de kinderen altijdt ordentelik in hunne kleeding, kouse, schoene en andersinds sijn'. Op het terrein van het Weeshuis was een klein provisiehuis ingericht, waar de producten langere tijd bewaard konden worden. De bereiding liet men over aan de binnenmoeder. Elementaire voedingsmiddelen als brood, boter en bier vormden de hoofd moot. Luxe producten als vis en vlees kwamen veel minder vaak op tafel. Niet alleen wer den de wezen in het weeshuis aan het werk gezet, het was ook de bedoeling dat ze werden voorbereid op een taak in de maatschappij. Echter, met een vakopleiding en een arbeids overeenkomst waren de Weeshuisjongeren er nog niet. De opvoeding die de regenten en regentessen voor ogen hadden, was pas geslaagd wanneer de jongeren ook blijk gaven van enig geestelijk inzicht. Schoolbezoek en kerkgang zouden de juiste ingrediënten voor deze basis vormen. De spanning tussen de relatie van stad en kerk wordt ook uitvoerig besproken. De Bataafse Tijd zorgde voor een ommekeer in de gang van zaken. De Gereformeerde Kerk was niet langer de staatskerk en zo konden allerlei kerkgenootschappen bovengronds komen en hun eigen armenzorg opzetten. Er kwam in de negentiende eeuw een armenwet waar een ieder zich aan moest houden. De kinderwet die nog later kwam, zorgde voor grote veranderingen binnen de gang van zaken in het Weeshuis. In de twintigste eeuw verlegde men de aandacht naar Kinderbeschermingskinderen. Een professionele directeur met pedagogische vaardigheden leidde voortaan het tehuis. In de jaren '50 ontstond hierdoor de jeugdzorgin stelling de Lindenhof. Professionalisering en democratisering stelden aan de organisatie echter geheel andere eisen en lieten zich moeilijk realiseren binnen de meer traditionele werkwijze van het regentencollege. Dit leidde in de jaren '70 tot een splitsing. De Linden- hof groeide uit tot een zelfstandige organisatie voor jeugdzorg. Het Weeshuis der Hervorm den ontwikkelde zich tot een belangrijk fonds voor jeugdzorg- en welzijn in binnen- en buitenland. Beide organisaties dragen zo, vier eeuwen na de oprichting van het Schiedamse Weeshuis, ieder op hun eigen manier nog steeds wezenlijk bij aan de zorg voor kinderen en jongeren. Het boek is een mooi overzichtswerk geworden van vier eeuwen Schiedamse geschiedenis van het Weeshuis. ISBN 90-573-0363-9. 336 pag. gebonden, afb. prijs 34,75 verkrijgbaar bij de plaatselijke boekhandel. 119

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2005 | | pagina 43