Alleen zoon Frans 1860-1932) die behanger en stoffeerder was, heeft voor voortzetting van
het geslacht gezorgd. Hij had namelijk drie zoons. Twee hiervan hebben hun geluk beproefd
in het voormalig Nederlands-Indië 1891-1956) als politicus (zie ook: Scyedam, dec. 1991)
en Christiaan Leendert (1892-1984) als hoofdonderwijzer o.a. in Bandung. Willem Maurits
1896-1968) had een kantoorboekhandel te Rotterdam. De eerste twee broers hadden alleen
dochters, de laatste twee dochters en één zoon. Hoop op voortzetting van deze tak bestaat
daarom nog steeds.
Tak Gerrit Mak
Stamvader van de tak Gerrit Mak is Gerrit Mak Verboom, geboren te Schiedam op 4 janu
ari 1817. Zijn vrouw Kommariena de Brauw stamde uit een bekend Zeeuws geslacht. Bij
zijn overlijden woonde hij aan de Westzijde van de Singel op no. 63. Deze woning was zijn
eigendom. Hij had 6 kinderen, twee zoons en vier dochters. Magdalena (1838-?) trouwde
met de timmerman Leendert Luitwieler 1840-1930), Johanna Commarina 1847-1927) met
de stoker Leendert Zonneveld (1843-1918) en Commarina (1850-?) met de koopman
Johannes A. van Toom (1842-1899). De zoons Jan (1840-1892) en Gerrit (1843-1886)
zorgden voor deeltakken.
Deeltak Jan
Jan Verboom werd geboren te Schiedam op 24 februari 1840. Hij was kuiper van beroep,
181
Frans verboom (1860-1932) geheel links, met v.l.n.r. dochters Anna C. (1901-1936)
en Alida J.H. (1904-1945), en zoon Willem M. (1896-1968).
(Coll.: J.Th. Gantvoort)