sinds de Eerste Wereldoorlog regulerende organisaties voor verdeling van grondstoffen en
voor de voedselvoorziening. Deze "vrije" organisaties werden door de bezetter verboden.
Voor de alcoholbranche kwamen de bestuursleden van de opgelegde, zogeheten Wolter-
somse organisatie van de oude vrije organisaties. Dit werd, ook later, niet als colla-boratie
gezien. Integendeel, zo kon men ongewenste elementen buiten de deur houden. Vanaf begin
1941 regelde het Rantsoeneringsbureau Gedistilleerde Dranken, gevestigd te Schiedam de
verdeling van drank. Dit werkte samen met de distillateurs in "De Verenigde Distillateurs".
Toen in 1943 het Rantsoeneringsbureau, waar toen 65 mensen werkten, naar Den Haag
dreigde te worden verplaatst is daar met succes tegen geprotesteerd. Veel cafébazen beperk
ten de verkoop tot bijvoorbeeld een borrel, en die alleen nog aan de vaste jongens; zo kreeg
je wel het verschijnsel van "jeneverfietsers" (vóór dat fietsen werden gevorderd), die er
ineens meer stamkroegen op na bleken te houden. Al in het begin van de oorlog mocht men
niet na 7 uur 's avonds schenken, maar dit werd op grote schaal ontdoken.
Knoeien
In tegenstelling tot bijvoorbeeld koffie of thee hebben distillateurs geen surrogaatjenever
onder eigen naam op de markt gebracht. Niet dat er niet gesjoemeld werd. Integendeel! De
illegale stokerijen bloeiden als nooit tevoren. Uit Amsterdam wordt gemeld dat boeren soms
hun zelfgestookte alcohol aan kasteleins aanboden. Er zijn veel gevallen bekend van lieden
die meenden de blauwe brandspiritus te kunnen uitkleuren; "wassen" noemde men dat. Jen
ever werd aangelengd met water en giftig methyl-alcohol. Methyl-alcohol kan tijdelijke
blindheid en verlamming veroorzaken. Tientallen cafe's zijn soms maanden gesloten
geweest nadat zij waren betrapt op het schenken van inferieure drank. De NRC nam in juli
1944 een ingezonden brief over uit de "Horeca" een vakblad voor de branche. Daarin doet
een wanhopige Schiedamse huisvrouw haar beklag. De redactie heeft de namen weggelaten
en misschien is dit wel goed ook.
"Ik heb u een verzoek te doen. Ik hoorde van iemand dat ik mij met mijn verzoek tot u kon
wenden. In woon in Schiedam en daar is op het oogenblik een vreeselijke toestand. Mijn
man is eiken Zaterdag en Zondag eenvoudig "gek"' door het drinken van de zogenaamde
blauwe spiritus. Ik ben bang, telkens als het weer Zaterdag wordt. Er komen zeker
ongelukken van. Kan hier nu geen einde aan worden gemaakt? Mijn man gaat zijn spiritus
halen bij..., een goeden bekende van de politie. Hij staat voor niets en vergiftigt iedereen die
in zijn zaak komt. Ook een zekere... verkoopt spiritus, maar mengt ze door een flesch wijn.
Ik ben naar die beiden toegegaan en heb ze gesmeekt om mijn man niet langer te verkoopen,
maar het helpt niet. Ik weet nu geen raad meer. Kunt u er geen einde aan maken?"
Stelen
Veel jenever, die vanuit de distilleerderij werd verzonden werd onderweg gestolen. Ondanks
genomen maatregelen kregen distilleerderijen ook nog wel eens ongewenst bezoek. Zoals in
de nacht van 24 of 25 oktober 1942 bij Nolet. Bij dit bedrijf werd een dubbele muur gemet
seld en daarachter werd drank verstopt, tot afwachting op betere tijden. De Zuid-Neder-
landsche Spiritus Fabriek te Bergen op Zoom had de laatste oorlogsjaren al dislocatie-voor
raden, zoals zij dat noemde, laten aanleggen.
56