SCHIEDAM VOORUIT (1900-1910)
Een goede herinnering
B. Kedde
In het toenmalige tijdschrift "De Schiedamse Gemeenschap" nr. 4 van juli 1954 beschreef
B. Kedde de geschiedenis van de vereniging Schiedam Vooruit, die tot doel had een goed
ondernemersklimaat te bevorderen.
„Stil, zeer stil is de omgeving. Het is alsof het schoeisel is uitgetrokken, dat mijlen ver
zaagsel is gestrooid, dat zelfs stoomboten en schepen met het eigenaardige leven, dat zij
meebrengen, zich dat bewust, andere havens, andere wateren zijn gaan bevaren... Het is de
stilte van de noodlottige berusting, het is de stilte die de energie zo mogelijk vóór de
geboorte stikken doet, de stilte die afmat... Die stilte maakt ziek. Zieker dan de ziekte. Het
is een stilte die uitput, zwaarmoedig en onverschillig doet worden voor alles wat kan op
heffen en versterken.
"Maakt industrie en handel bekend. Wat Schiedam is en geven kan, door woord en geschrift,
door kaarten en brochures, door circulaires en advertenties, door plattegrond en lijst van te
koop of te huur staande gebouwen en terreinen. Het is niet genoeg, dat wij Schiedammers
dit weten, deze wetenschap moet naar buiten. Industrie en handel zoeken steeds naar gele
genheid hun vleugels verder uit te slaan."
Aldus gaf de heer Louis L. van Emden op 29 Maart 1900 in een ingezonden stuk in de
"Schied. Crt." op poëtische wijze de economische toestand in Schiedam weer en het gebrek
aan doorzicht en daadkracht.
Hij volstond echter niet met een klacht en een opwekking, doch pakte zelf energiek aan.
Allen, die met hem Schiedam uit de misère wilden helpen, riep hij op, daartoe een vereni
ging te vormen.
Dat inderdaad de heer V. Emden met zijn schildering van het Schiedam rond de eeuwwis
seling niet overdreven had, vinden wij bevestigd, zij het dan minder poëtisch en meer zake
lijk uitgedrukt, in de verslagen van de Kamer van Koophandel uit die jaren. Ook wordt
daarin met klem gewezen op de noodzaak met spoed de bakens te verzetten; zich niet langer
vast te bijten in de zich in steeds neergaande lijn bewegende hoofdtak der Schied. nijver
heid, het brandersbedrijf
En de "Schied. Crt." schreef in het begin van het jaar 1900: "Het oude vergaat zonder dat
het nieuwe, althans in voldoende mate, verrijst. Het brandersbedrijf achten wij verloren...;
wij veroordelen het verderfelijk optimisme nog op betere tijden voor onze plaatselijke
industrie te hopen. De oude bestaansbronnen verdedigen en helpen waar het algemeen
belang dit mogelijk en nodig maakt; maar daarnevens bovenal de vestiging van nieuwe
bronnen van inkomsten begunstigen dat moet het streven zijn van ieder die Schiedam
liefheeft, het verval onzer stad is een dreigement voor ieder..."
In korte trekken heb ik getracht hiermede de achtergrond te schetsen waartegen de Verenig
ing "Schiedam Vooruit" uit die jaren moet worden gezien en gewaardeerd.
61