ANTON VAN DEN BERG, EEN MARKANTE HULPVERLENER P.J. in't Veld De samenwerkende Balkanstaten zien, op initiatief van Rusland, in 1912 hun kans schoon om het verzwakte Turkije aan te vallen, dat een jaar eerder de oorlog heeft verloren tegen Italië. Turkije was tegen de gebundelde krachten van de Balkanstaten niet opgewassen. Ook vanuit Nederland wordt hulp geboden aan de slachtoffers. In onze tijd kennen we veel organisaties die hulp bieden in oorlogsgebieden, maar in 1912 is dat een bijzonderheid. In november 1912 leest de oudste zoon van politieagent Johannes van den Berg, Anton, deze berichten. Anton van den Berg is op dat moment in militaire dienst bij de hospitaalsoldaten in Utrecht, hij leest ook dat er vanuit Nederland door het Rode Kruis ambulances naar dat gebied worden gezonden. We moeten niet denken aan ambulances zoals wij die kennen, maar aan een verplaatsbaar veldhospitaal die het Rode Kruis als semi-militaire organisatie gebruikte. Na deze berichten in de krant meldt Anton zich per brief aan om te werken bij bij één van deze ambulances. Op 20 november 1912 ontvangt Anton een telegram: indien nog genegen voor de ambulances Bulgarije verzoek morgen om 10 uur v.m. Lange Voorhout 6 Den Haag. Sikkemeijer" Dit laat Anton zich geen twee keer zeggen en hij vertrekt de volgende dag naar Den Haag. Na de nodige vaccinaties en een Rode Kruisuniform is hij gereed om te vertrekken. Voor het vertrek worden de medewerkers van de ambulance nog ontvangen door Koningin Wilhelmi- na. Volgens het 107 pagina dikke reisverslag van Anton waarop deze publicatie is gebaseerd, worden zij onthaald op thee en champagne. "elk van ons kreeg eenig woord zoowel voor onze moed om daarheen te gaan als voor troost zoodat het afscheid dat HM. de Koningin van ons nam in één woord allerhartelijkst was". Op 25 november vertrekt vanaf station Hollands Spoor te Den Haag de Rode Kruis-ambu- lance naar Bulgarije. Nu is de naam Bulgarije verwarrend omdat de eindbestemming Tschorloe een plaatsje is van ca. 14000 inwoners, 120 km boven Constantinopel, het huidige Istanboel. Dit stukje Turkije was toen door Bulgarije bezet. In het reisverslag laat Anton vele stations waarlangs de trein rijdt de revue passeren; bij som mige Nederlandse stations, zoals in Arnhem worden ze toegesproken door de burgemeester en er wordt weer champagne gedronken. En zoals Anton schrijft worden ze in Arnhem: nog eens gekiekt met magnesiumlicht" De trein heeft als eindpunt Karagsja waar staan ca. 110 ossenwagens gereed staan om de meegebrachte apparatuur en medicijnen verder te vervoeren. Vandaar vertrekt deze karavaan met veel oponthoud langs tal van plaatsen, richting Tschorloe waar zij in de nacht van 9 de cember aankomen. Daar wordt hen een vroeger Turks ziekenhuis toegewezen. Anton schrijft hierover: nooit heb ik een gebouw gezien dat zoo walgelijk vervuild was als dit Ziekenhuis" 148

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2006 | | pagina 4