Vanaf 29 september tot eind oktober werden een paar duizend plavuizen, ruim 100 houten
balken en tientallen kilo's ijzerwerk vervoerd naar voormalige mouterij "De Goudsbloem"
aan Noordvest 63. Met de hand werd alles naar de 3e verdieping gesjouwd. Eén onderdeel, de
grote metalen eestklok, werd ondergebracht in een depot van het Stedelijk Museum. Dit alles
in de hoop dat toch spoedig een geschikte plaats voor deze eest zou worden gevonden.
In januari 1985 tenslotte werden de laatste nodige onderdelen bij vorst door Jan Kies uit het
pand gehaald en naar de opslag vervoerd. In december 1985 werd het pand Noordvest 11 met
daarin nog de tweede eest volledig gesloopt.
Ruim 20 jaar later
Twintig jaar gingen voorbij, terwijl zich geen mogelijkheid voordeed de gedemonteerde eest
een goede bestemming te geven. In die periode wisselde "De Goudsbloem'Van eigenaar en
werd er een restaurant gevestigd.
Begin 2006 kreeg de vereniging de eerste aanwijzing dat het daar nog steeds op de 3e ver
dieping opgeslagen materiaal van de eest, daar niet kon blijven liggen. Eigenaar H.de Ruijter
had jarenlang de opslag kosteloos gedoogd, maar nu was het restaurant gesloten en ging het
gebouw in de verkoop. De vereniging koos niet voor de eenvoudigste oplossing en legde het
hoofd niet in de schoot. In de ledenvergadering van de vereniging in maart 2006 werd een
presentatie gehouden om de eest opnieuw onder de aandacht van de leden te brengen.
In april bezocht de directeur van het Gedistilleerdmuseum, de heer G.Beauchez op verzoek
van de Historische Vereniging de opslag. Een aantal distilleerderijen in Schiedam werd aan
geschreven met de vraag om steun, om
inbouw in het eigen complex of om
tijdelijke opslagruimte. Het Openlucht
Museum in Arnhem werd benaderd. In
juni werd aan het Jenevermuseum een
schriftelijk verzoek gericht om achter
het museum de eest in aanschouwe
lijke vorm een plaats te geven. Het
Schiedams gemeentebestuur werd in
juli geraadpleegd, met als uitkomst,
dat de gemeente bereid was een op
slagplaats ter beschikking te stellen.
In het najaar leek Distilleerderij UTO
geïnteresseerd. Na een bezoek in de
cember aan de opslag en een blik op
een opengewerkte tekening bekende
directeur D.Jansen veel te voelen voor
plaatsing in zijn nieuw te bouwen fa
briek, maar uiteindelijk liet hij weten
het voorlopig geen haalbare kaart te
achten.
Maanden gingen verloren i.v.m. te
leggen contacten in bestuur, leden
vergadering, inspectie, overleg met 2
wethouders, aanschrijven van distil-
26
De eestkoker na verwijdering van de plavuizenbekleding.
Onder de eestklok, boven de metalen droogvloer. (Foto: