die dit jaar minstens 70 jaar zijn of worden, kunnen zich voor 20 juni opgeven bij P. van der Kuy, Noordeinde 6 te Kethel. Indien van een echtpaar een de gestelde leeftijd bereikt heeft, kan de andere natuurlijk ook mee. Dokter Van der Kuy en zijn vrouw hielden de lijsten van gegadigden bij en motiveerden ouden van dagen die hun dorp Kethel eigenlijk niet wilden verlaten om aan de trip deel te nemen. Daarna moest uit het particuliere autobezit geput worden. De chauffeurs, eigenaars van de auto's, moesten bereid zijn een hele dag met vaak eigen ouders en daarbij één of twee bejaarden uit de buurt, de dag door te brengen. Men vond het zeker een hele eer om aan deze dag te mogen deelnemen. Dus nam men een vrije dag of regelde het zo dat zijn of haar bedrijf die dag een vervanger kreeg. Om de bejaarden een onbezorgde dag te bezorgen werd er in de wijken van Kethel gecol lecteerd door dames van diverse Kethelse verenigingen. In de dorpskern gingen de collecte rende dames zelfs verkleed de straat op. Zij werden vervoerd met paard en wagen en op de bok zat dorpsgenoot Theo Roeling wiens vader paard en wagen beschikbaar stelde. De dames hoefden niet te bedelen: er werd met gulle hand gegeven en was er toevallig nie mand thuis als de collectant aan de deur kwam, dan ging men de donatie later bij de collectant afgeven. Het ging er niet uitsluitend om 'auto's met chauffeur' te organiseren, maar als begeleiding van de colonne gingen ook nog zes a acht motorrijders mee. Eén motorrijder als kwartierma ker, één voor de colonne, twee motoren tussen de colonne en twee achter de colonne. Diverse geïnterviewden spreken over de club meerijdende motorrijders als 'de ordonnans'. Ook gingen enige dames mee voor het ver richten van hand- en spandiensten onder supervisie van de wijkverpleegkundige en van mevrouw Van der Kuy-van der Heiden. Ook zij was verpleegkundige. De dokter en Jan Vlugman waren altijd van de partij, ook Jan Nooteboom, in de beginjaren als motorrijder en later als chauffeur. Boven dien had hij technische kennis van auto's. Het gebeurde namelijk wel, dat een auto pech had, een lekke band kreeg of met een gebroken ventilatorriem geconfronteerd werd. Overigens bleek het in colonne rij den een kunst op zich - zeker in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw - want de particuliere autobezitter reed nog niet van die grote afstanden. Afgesproken was, dat auto nummer één niet harder zou rijden dan 40 kilometer per uur. Dat lijkt langzaam. Maar Jan Nooteboom vertelde eens dat de laatste rijder in de colonne goed zijn best moest doen om bij te blijven: er moesten dan vaak snelheden van tachtig kilometer per uur gereden worden. Alle auto's waren genummerd en de motorrijders hadden de verantwoordelijkheid om de co lonne compleet te houden. Ontbrak er een nummer in de colonne dan ging er een motorrijder op zoek naar de vermiste auto. Jan Nooteboom vertelde: "Als je een auto weer in de colonne 5 De collecterende dames voor het huis van dokter Van de Kuy.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2007 | | pagina 5