DE SPAARBANK VAN 1820 Wim Snikkers In Nederland werden in het eerste kwart van de negentiende eeuw in navolging van Schot land, waar dit soort banken al veel langer bestond, veel spaarbanken opgericht. Dat kwam omdat in 1817 de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen hiertoe had opgeroepen. Het 'Nut', zoals de populaire naam luidde, was in 1784 opgericht met als doel volksonderricht en op voeding in de algemeen christelijke geest van verdraagzaamheid en vaderlandsliefde. De instelling organiseerde lezingen en gaf bijvoorbeeld subsidie aan een bewaarschool (school voor de jongste kinderen). Ook het Departement (afdeling) Schiedam van het 'Nut' besloot op 4 januari 1820 tot oprichting van een Spaarbank en zo kwam op zaterdag 8 januari 1820 om zes uur 's avonds een achttal 'Commissarissen' der Spaarbank binnen de Stad Schiedam bijeen. Dit was in de consistoriekamer van de Gasthuiskerk van het Sint-Jacobsgasthuis, anno 2007 de aula van het Stedelijk Museum Schiedam. Zo kwam er dus een spaarbank waaraan ook ingezetenen van gemeenten zonder spaarbank konden deelnemen. Vlaardingen kreeg in 1823 haar eigen spaarbank. Natuurlijk kon een spaarbank niet bestaan zonder dat iemand het beheer van de geldmiddelen op zich nam: de thesaurier. Dit ging als volgtdoor de President voorgesteld den Heer J. van Dijk, welke na eenige redene ter excusatie, die egter by de vergadering niet werden aangenomen, zich deze Post heeft laten welgevallen. Van Dijk zou het 36 jaar blijven! 9 De Consistoriekamer van de voormalige Gasthuiskerk van het St.-Jacobsgasthuis, waar de Spaar bank jarenlang zitting hield, eerst één avond per week; later twee avonden per week.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2007 | | pagina 9