dak geplaatst en dat functioneerde prima. Bij Hoek-Loos in Schiedam konden we onbeperkt
gas laden. 150 Atmosfeer druk voor een afstand van ongeveer 60 kilometer. Intussen was de
bemanning aangevuld met een flinke sterke kerel, zwager Klaas Koekoek. Die moest als ver
zetstrijder onderduiken en dat kon bij ons zeer gemakkelijk en veilig gebeuren. De Politie en
de Orts-Kommandant werkten soepel samen. Goede Ausweisz-bewijzen waren gemakkelijk te
krijgen. Sjef en Klaas hebben dan ook ongestoord bij dag en nacht hun diensten aan kunnen
bieden, wat zeer op prijs gesteld werd door de doktoren en de ziekenhuizen."
In de laatste oorlogsjaren raakte ook het gas op. Peereboom stond - letterlijk stil. Maar in
ventief als hij was, maakte hij van twee fietswielen en wat hoekijzers een raamwerk waarop
een brancard geplaatst kon worden als aanhanger voor achter een transportfiets. Een zeildoe
ken kap met een plastic raam erop en dan maar fietsen. Van hot naar haar. In een witte jas
en met een damesfiets ernaast om mee te trekken. De laatste dagen van de oorlog naderen
en ook deze 'transport-installatie' werd in beslag genomen. Wat nu weer bedenken? Naar de
politie. Die hadden nog een drenkelingenwagen. Een soort brancard met hoge wielen. Deze
kar moest voortgeduwd worden. Peereboom kreeg de beschikking over dit 'vervoermiddel'
en deed het werk lopend. Weer van hot naar haar. Sjef Peereboom: Soms was je bekaf. We
kregen wel extra bonnen voor zogenaamd zwaar werk en eten uit de gaarkeuken, maar dat
eten was niet te vreten. Zelfs het paard van Bijersbergen lustte het niet. Het einde van de
oorlog was een ramp. Iedereen werd opgepakt. Wij hebben dat niet afgewacht en zijn een
paar dagen ondergedoken in het ziekenhuis en hebben daar geholpen bij het verbedden van
Ziekenvervoer Garage J.J. Peereboom. Een omgebouwde Plymouth tijdens de Tweede Wereldoorlog
met gasinstallatie, augustus 1943.
1