Maar de strijd is nog steeds niet voorbij! De heer K. reageert in de Schiedamsche Courant op het eerdere stuk van J.S.M. de Groot en vervolgens komt De Groot ook daar weer op terug. Het oorspronkelijke stuk in de NRC levert in de Schiedamsche Courant in totaal zeven reacties op, naast twee redactionele bijdragen. En in de Maasbode ook weer een uitgebreide reactie op stukken in de Schiedamsche Courant. En in de NRC zelf? Zij kwam er niet meer op terug! Aan de Redactie der Schied. Courant U dankzeggende voor de plaatsing van mijn ingezonden stukje, waarvan het commentaar mij echter niet duidelijk is, verzoek ik u beleefd nogmaals een kleine ruimte in uw geacht Blad aan mij af te staan, tot plaatsing van onderstaand. Het doet mij genoegen dat de heer J.S.M. de Groot zó ingenomen is met de HBS. Een bewijs dat diens ervaringen minder treurig zijn dan de mijne. - Daarbij ziet gen. Heer er zeker minder tegen op zijn kinderen tot volwassen leeftijd als dure schoolkinderen te onderhouden dan ondergetekende. Ik wens wel naar verlichting in deze. Ik zal in geen bijzonderheden komen waarom mij de HBS niet bevalt. Ik zou mijne ideeën daaromtrent kunnen bevestigen door de verklaringen van vele ouders, alhier en elders, van jongelieden die de HBS bezocht hebben of nog bezoeken; ik zou mij ook desgevorderd op autoriteiten kunnen beroepen. Met de meeste bescheidenheid wil ik u mijn oordeel geven onder welke gegevens ik een HBS wenselijk acht. Vooreerst dan (en die eis is, geloof ik niet overdreven) moet een leraar aan de HBS een specialiteit zijn in de vakken, die hij te onderwijzen heeft, daarbij moet hij de lust en de bekwaamheid hebben zijn talenten in de leerlingen over te brengen. Ten andere moeten de leerlingen der HBS niet behandeld worden als studenten, evenzoveel nemende als ze verkiezen, maar ze moeten gedrild worden als gewone schooljongens. De leerlingen, althans de massa hunner begrijpen niet, dat ze zich daar een maatschappelijke betrekking moeten scheppen, door te werken. Eindelijk vond ik een belangrijke wijziging in de leervakken zeer te wensen, doch hierover meen ik, wordt reeds ernstig gedacht. En hiermede, Mijnheer de Redacteur, leg ik mijn pen neêr. De Heer De G. heb ik met een enkel woord beantwoord; ongetekende narrigheden, ai waren ze naar Gellert, meen ik ongemoeid te moeten passeren. Met de meeste achting, UEd. Dw. Dienaar D. KIMMIJSER Aan de Redactie der Schiedamsche Courant! Met belangstelling nam ik kennis van het door de Heer D. Kimmijser ingezonden stuk in uw Courant van 3 dezer. Ik zou voorzeker gene aanleiding hebben gevonden om met die Heer in debat te komen over de H.B. Scholen, indien dat stuk het enige door hem geschreven ware. Niemand houdt de H.B. Scholen voor volmaakt, en haar warmste vrienden zijn voorzeker zij, die op haar gebreken wijzen en die trachten weg te nemen. Maar of het van de Heer Kimmijser billijk was om aan die instelling zelf te wijten, wat, volgens zijn tweede stuk, wellicht aan onvoldoende voorbereiding of te kort schoolbezoek moet worden toegeschreven, moge hij, na kalme en rijpe overweging, zelf beslissen. Want waarlijk, tussen de verklaring, dat de gewraakte inrichtingen de ouders tot dupes en de jongens tot onbruikbare wezens maken, en de denkbeelden die de heer Kimmijser nu als wenselijke verbeteringen aan de hand doet, -daartussen is ene zo brede kloof, dat het ongelooflijk schijnt dat beide stukken binnen een week door dezelfde hand geschreven zijn! Zou ik daaruit mogen afleiden dat de Heer K. reeds tot andere gedachten gekomen is, en mogen hopen dat de indruk die zijn eerste stuk wellicht bij het belangstellend publiek heeft gemaakt, dan ook niet van blijvende aard zal zijn? Mocht dit zo zijn, en mijn schrijven daartoe iets hebben bijgedragen, dan zou ik mij voor de daaraan bestede moeite ruimschoots beloond achten. Dankzeggend voor de toegestane ruimte, ben ik met de meeste achting, UEd. Dw. Dr. J. S. M. DE GROOT 26

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2008 | | pagina 26