golden, is het werk opgedeeld in de Fase Pastorie en de Fase Kerk. Flet werk aan de gevels
is ook als een aparte fase aangemerkt, omdat dit werk in één keer voor zowel de kerk als de
pastorie gedaan moest worden.
Uitvoering dak en gevels pastorie mei - november 2006
Als eerste zijn het dak en de gevels van de pastorie aangepakt. Ffierbij zijn alle pannen van
het dak gehaald, het dak is geïsoleerd en vervolgens met nieuwe panlatten en dergelijke
zijn de pannen weer teruggelegd. De goot bleek voor een groot deel verrot te zijn en moest
deels vervangen worden. Daarnaast is al het lood vernieuwd. De zij- en achtergevels zijn
hersteld waar dit nodig was. Verborgen muurankers zijn opgespoord. Een paar stenen zijn
losgehaald zodat de ankers behandeld of vervangen konden worden en vervolgens is de muur
weer dichtgemetseld. Loszittend voegwerk is verwijderd, de voeg uitgeslepen en opnieuw
gevoegd. Tevens zijn de raamkozijnen behandeld en hersteld.
Uitvoering voorgevels en kerk november 2006 - september 2007
Vervolgens waren de voorgevels van de pastorie en de kerk aan de beurt. De oude verf is
verwijderd en het stucwerk is waar nodig hersteld. Ook in het metselwerk van de voorgevel
van de kerk is het een en ander hersteld. De kozijnen in de pastorie zijn nagekeken en
hier en daar is een stuk onderdorpel vervangen. Daarna kon de schilder aan de slag. Het
stucwerk werd geschilderd in lichte zandsteenkleur, de waterlijst en kroonlijst in donkerder
natuursteenimitatie. De kozijnen zijn in dezelfde zandsteenkleur als het stucwerk uitgevoerd
zodat het lijkt alsof dit ook van steen is. De ramen zijn olijfgroen geworden.
Over de kleur van de deuren en ramen is veel gesproken. Deze zijn al eens vervangen,
waardoor er geen historisch kleuronderzoek gedaan kon worden. In het oude bestek stond dat
de buitendeuren aan de voorgevel in Riga grenenhout met cederhouten panelen uitgevoerd
moest worden, bewerkt met eiken inleglijsten en tongnaalden. De deuren zijn dus in ieder
geval dekkend geschilderd, het gebruik van al die verschillende houtsoorten is lelijk om in
het zicht te laten. Uit het kleurenonderzoek van het interieur bleek dat het koorbalkon en de
deuren eronder geschilderd waren in een eikenhoutimitatie. Dit gaf aanleiding om ook voor
de voordeuren te overwegen dit als oorspronkelijke kleurstelling te zien. Het was in de tijd
van de bouw van de kerk gebruikelijk eikenimitatie over grenen deuren te schilderen. Arbeid
koste niet veel, eikenhout was wel veel duurder dan grenen. De rest van de gevel liet ook al
een poging zien zich beter voor te doen met de gestuukte grote blokken steen geschilderd
in zandsteenkleur op een baksteen muur. Ook de specialist van de RACM (Rijksdienst voor
de Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) zag wel wat in eikenhoutimitatie op de
voordeuren.
De deuren moesten, vanwege de slechte staat waarin zij verkeerden, vervangen worden en er
was besloten om eikenhout te gebruiken in plaats van het eerder gekozen grenen. Eikenhout
is duurzamer en hierdoor zullen de nieuwe deuren langer meekunnen. Het werd nu echter
wel erg vreemd om een eikenhoutimitatie over het mooie eikenhout te schilderen. Bovendien
is arbeid tegenwoordig heel duur. Hier is over gediscussieerd en men heeft toch besloten de
deuren te lakken met blanke lak zodat het echte eikenhout zichtbaar is. In het straatbeeld is zo
toch de oude kleurstelling terug, echter niet met exact dezelfde materialen en technieken.
In het interieur van de kerk is eerst naar de wanden gekeken. Het stucwerk was op tal van
plaatsen zo slecht dat het verwijderd moest worden. Hierdoor kon de muur erachter behandeld
worden tegen doorslaand vocht en zout, zodat in de toekomst minder problemen te verwachten
33