In de loop van de 16de eeuw verdwijnt het gebruik van loden penningen naar de achtergrond omdat onder andere steeds vaker gebruik gemaakt wordt van het meer slijtvaste koper. Toch blijven loden penningen tot ver in de 19de eeuw in gebruik, voornamelijk in de scheepvaart. Uit Schiedam zijn tot nogtoe slechts twee loden penningen bekend, waarvan er een wordt toegeschreven aan Delft. Vooralsnog is er wat de Schiedamse productie betreft met deze vondsten niet meer dan een eerste tip van de sluier opgelicht; die aansluit bij een nationaal en internationaal beeld, dat wel. Onder de losse vondsten zit een aantal rekenpenningen. Zij zijn gemaakt om het rekenen te vergemakkelijken. In de 13deeeuw neemt dit gebruik een grote vlucht, om tegen het einde van de 16de eeuw, als de Arabische cijfers in zwang komen, plaats te maken voor pen en papier. Met de hulp van rekenpenningen kunnen relatief eenvoudig berekeningen worden gemaakt, de manier van rekenen heeft wel wat weg van het gebruik van een telraam. Een van de rode lijnen door de hele 16deeeuw wordt gevormd door de religieuze polarisatie. Dit blijkt onder andere uit een Schiedamse ordonnantie van 16 maart 1535. Hierin bepaalt het stadsbestuur dat iedereen die de mis verzaakt op zondagen en kerkelijke feestdagen, een boete van één karolusgulden (dat is 3 a 4 maal het dagloon van een geschoold bouwvakker)19 moet betalen. Of deze maatregel heeft gewerkt is niet bekend, wel bekend is, dat de stad aan de vooravond van een religieuze omwenteling stond. De Beeldenstorm, ontstaan in het Vlaamse Steenvoorde, raasde door de Nederlanden en liet Schiedam niet onberoerd. In augustus 1566 werden de beelden van de Grote Kerk tot puin geslagen. Het stadsbestuur kwam, onder druk van de centrale regering in Brussel, tot actie: er werd beslist dat alleen de katholieke kerk zou worden toegelaten en de protestantse predikant Arent Fransz werd verbannen. In maart en april 1567 weken vele hervormden uit nadat hun eigendommen waren geconfisqueerd en verkocht. De actie tegen de hervormden werd zelfs nog ondernomen vóór de komst van Alva, die op 22 augustus 1567 zijn intocht in Brussel hield. Zo rolde Schiedam de Tachtigjarige Oorlog binnen. Door de inname van Den Briel op 1 april 1572, door de Watergeuzen, kwam de stad dicht bij het opstandige gebied te liggen en kreeg ze een bezetting van Spaanse troepen. De situatie veranderde plotseling doordat Lodewijk van Nassau, broer van Willem van Oranje, Bergen in Henegouwen wist te veroveren. De Spaanse troepen werden hierop door Alva naar het zuiden gedirigeerd. Ze verlieten Schiedam op of rond 23 juli 1572 en vele katholieken met hen. Korte tijd later koos Schiedam de zijde van de Prins. Nadat de Spanjaarden Bergen hadden heroverd probeerden ze de opstand in het noorden te bedwingen. Met het oog op de nadering van de Spanjaarden legerden de opstandelingen een groot aantal Staatse soldaten in Schiedam. Er wordt gesproken over minstens 1.000 man. Ze waren onder andere in de burcht gelegerd, waar ze,levende overdadigh...", niet zuinig met het pand omsprongen.20 Meerdere malen ontstond er brand. Het huis werd uitgewoond en aan het einde van de eeuw stond er nog slechts een ruïne. Na het mislukte beleg van Alkmaar trokken de Spanjaarden naar het Maasgebied. Maassluis en Vlaardingen vielen in Spaanse handen. Op 2 november 1573 bereikten ze de Vijf Sluizen, gelegen tussen Vlaardingen en Schiedam. Het doorsteken van de dijken in de omgeving van de stad had, samen met het ontzet van Leiden in oktober 1574, de aftocht van de Spaanse troepen tot gevolg, waardoor Schiedam verschoond bleef van een uitputtend beleg. 48 19. Lucassen (1999) 52 20. Van der Feijst 1975) 14

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2008 | | pagina 12