de Greve, P. Loopuijt en C.J. Nolet.
De Maatschappij van Weldadigheid besluit nog in hetzelfde jaar 'eene eerste proeve' te nemen.
In de buurt van Vledder verrijst najaar 1818 een proefkolonie met 52 huisjes. De nieuwe
nederzetting wordt vernoemd naar de naar de jongste zoon van koning Willem I, Frederiks-
oord. Eind 1819 en begin 1820 worden daar 50 huisjes bijgebouwd en dan mag Schiedam ook
kolonisten sturen. De subcommissie doorzoekt het bewonersbestand op mensen die zowel arm
als vlijtig als netjes zijn en de keus valt op het gezin van de ongeveer 45-jarige Arie Kamans,
voormalig 'timmerknecht' en bakker. Maart 1820 arriveren zij in de kolonie. Een paar maanden
later slaat Schiedam zijn grote slag.
Willemsoord
Op het 'Steenwijkerwoldeheideveld' zal de volgende kolonie tot stand komen. Die wordt
vernoemd naar kroonprins Willem, de oudste zoon van de koning, en in dit Willemsoord komen
een heleboel Schiedammers. Begin juni 1820 sluit de Maatschappij van Weldadigheid een
contract met de subcommissie van weldadigheid Schiedam. Die laatste mag haar contributies
gebruiken om twee behoeftige huisgezinnen in de nieuwe kolonie te plaatsen. Ze betaalt zestien
jaar lang 25 gulden per gezinslid en daarna zijn die twee hoeven 'voor altoos' van Schiedam
en mag zij er tot in eeuwigheid Schiedamse kolonisten op plaatsen. Diezelfde vrijdag 2 juni
1820 sluit de Maatschappij ook een contract met de 'Regenten der Stads Armenkamer te
Schiedam' voor nog eens drie hoeves, die de Stadsarmenkamer deels met gezinnen en deels
met weeskinderen wil vullen.
Alle contracten moeten worden goedgekeurd en gegarandeerd door het stadsbestuur van
Schiedam en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, maar die stellen zich zonder verdere
discussie garant. Op 20 augustus 1820 vestigen zich vierentwintig Schiedammers in Willemsoord.
De gezinnen van Abraham Prins, Harmen Beekman, Frans Mandos en Jan Wardenier, plus zes
weesjongens met een oudere weduwe die voor hen zal gaan zorgen.
Twee jaar later herhaalt zich een en ander. Opgericht wordt Wilhelminaoord, vernoemd naar de
83
Gezicht op de proefkolonie Frederiksoord vanaf de Vledderweg, circa 1825,
getekend door H.P. Oosterhuis, gegraveerd door D. Sluijter.