@he Black,Princc Distilleries miiiit; iffgfffffêV SSillEÜ! THE BLACK PRINCE DISTILLERIES, INC., NUTLEY, N.J. burgemeesterswoning geweest) en na zijn dood verhuist zijn weduwe Anna Elast naar de (inmiddels afgebroken) kapitale villa Tuinlaan 66. A. Daalmeijer was brander, maar ging zich, zoals zo velen in Schiedam, omstreeks 1880 ook bezig houden met distilleren. Het bedrijf werd overgenomen door Kleipool, vermoedelijk omstreeks 1900, omdat dan in Schiedam geen Daalmeijer meer wordt genoemd als brander of distillateur. De zoon van Coen, Rein (1861-1915) kon in 1913, dank zij de winsten behaald op de korenbeurs te Schiedam, de Amsterdamse distillateur Levert Co. De Wildeman'' voor 100.000 gulden kopen. Dit verhaal doet de ronde in de familie. Dezelfde R.J. Kleipool was ook betrokken bij de oprichting van glasfabriek de Bataaf, waarvoor hij samen met T.A.J. Zoetmulder op 9 mei 1912 de concessie kreeg. Deze fabriek, gevestigd in de uiterste noordpunt van het Schiedam van die dagen, bij de Polderweg, was bestemd om voor een aantal distillateurs de flessen te maken, zoals Houtman, Nolet en ook Henkes (Rotterdam). Een restant van deze fabriek bestaat nog. Dit was binnen tien jaar al de vierde glasfabriek, opgericht door distillateurs. De anderen zijn: J.J. Melchers, H. Jansen en Hasekamp. Deze kwamen naast de twee al bestaande fabrieken waarin distillateurs grote belangen hadden. Deze ontwikkeling liep parallel met de grote expansie van de distilleerderijen. Want terwijl Schiedam klaagde over de achteruitgang van het aantal branderijen ('moutwijn') bloeiden de distilleerderijen ('jenever'), maar dit speelde zich voor een groot gedeelte buiten Schiedam af, evenals de productie van de 'nieuwe' grondstof spiritus. De grootste jeneverproductie (voornamelijk voor export) vond plaats in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog. Na deze oorlog is de export nooit meer zo goed op gang gekomen en werden de eigen glasfabrieken overbodig. Hierbij heeft mede een rol gespeeld 88 THF BLACK PRINCE DISTILLERIES AT NUTLEY. N. J. Par hack, in the year 1707, Wildebrandt Klcipool, as the official documents in the archives of the Municipality of Schiedam, Holland, show, was registered as a Headman of the Distillers' Guild and from then on, in an unbroken line, right down to the present day, the business has descended in the same family from father to son, so that in the newest associate branch of this fine, old concern, here in New Jersey, there is inherited and embodied a proud and great tradition, a name revered in the markets of Europe and overseas for unbroken integrity and superlative quality, over two hundred and twenty-five years of accumulated experience and success as Distillers of fine Gins and rare quality Liqueurs, together with those remarkable original formulas upon which the name of "Black Prince" has been built. Small wonder, indeed, that a leading Government Expert, giving sworn evidence in regard to "Black Prince" Distilled Dry Gin, declared: "If one liked a Gin of very delicate bouquet and taste, why a Gin of this type would be preferable Thus, the Old World brings the choicest treasures of the Distiller's art to the New World and the discriminating taste of the New World bids eager welcome to a great name The Mark of Chicalry— The "BLACK PRINCE". In een reclameboekje "The story of Black Prince uit 1936 presenteert het Amerikaanse bedrijf zich. Het afgebeelde gebouw lijkt op een deftig internaat. Merk op dat in de verte een molen zichtbaar is. De in de tekst genoemde Wildebrandt Kleipool wordt in ieder gevat door de huidige familie Kleipool niet als een voorvader beschouwd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2008 | | pagina 16