de moeder was toen 55 jaar oud! Op 50-
jarige leeftijd had zij ook een kind gebaard.
Deze Coenradus Kleipool, gedoopt op 1
november 1761, werd kuiper en was de
eerste van een generatie kuipers en later
branders en distillateurs.
Maria Büscher was op 30 juni 1743 in
Schiedam getrouwd met Reinerus Kleipool,
die op 19 december 1716 te Beckum was
gedoopt. Ook Maria kwam uit deze Duitse
plaats. Het beroep van Reinerus is niet
bekend, maar wel dat hij in 1755 het 'klein
Burgerrecht' kreeg, wat inhield dat hij een
zaak mocht drijven, een beroep (via het
gildesysteem) uitoefenen, en handel mocht
drijven. Wat hij niet mocht hebben was een
bestuurlijke functie in de stad, want dat was
aan protestanten voorbehouden. Nadat haar
man op de voor die tijd zeer respectabele
leeftijd van 75 jaar op 9 januari 1791
was gestorven, verhuisde Maria van de
Klootjessteeg naar het huis van haar dochter
die vlakbij woonde, in Achter de Teerstoof.
Zij zou haar man vele jaren overleven, wel
28 jaar. Zij werd dus langzamerhand wel
heel erg oud en dat begon in brede kring
door te dringen. Dit blijkt uit een bericht in
de Rotterdamsche Courant van 13 februari
1817, waarin feit en feestelijkheden met
gepast respect worden beschreven, (zie het
volledige bericht hiernaast, red.)
Een jaar later staat in de krant dat zij
het middagmaal bij de pastoor der R.C.
Gemeente hield en ten harent, van
onderscheidene personen van alle stand
bewijzen van hulde en vriendschap
ontving.
Schiedam den 11 Februarij 1817
Eene der zeldzame gebeurtenissen, vooral
in ons Vaderland, had alhier gisteren plaats.
Maria Büscher, weduwe Reinier Klijpool,
geboren te Beckum, in het jaar 1711. vierde
het honderd en zesde verjarings-feest hares
zoo lang gerekten levens. Na op eergisteren
een kind van een van harer kleinzonen
ten Heiligen Doop te hebben gehouden,
communiceerde zij, als behoorende tot
de Roomsch Catholieke Gemeente, in
den morgen zeer godsdienstig, ontving
in den voormiddag de bezoeken van
onderscheidene personen van allen stand,
begaf zich op den middag naar de Pastorie,
en van daar naar een logement, waar zij
harezoo eigene, als aangehuwde kinderen
en kindskinderen, met uitzondering van
nog eenigen, ten getale van 74, door hare
op den zoo burgertievenden last, als gulle
verzorging van Heeren .Burgermeesteren
dezer Stad, op een feestmaal uitgenodigd,
volvrolijk ontmoette. Ook hare buren
hadden zich beijverd, door het stellen van
eene schoone eerpoort aan hare woning,
die des avonds fraai verlicht was, ter
dezer, zoo heugelijke gelegenheid haar
hunne hulde te toonen. De honderd en zes
jarige vrouw geniet onder 's Heeren zegen,
hoezeer 10 kinderen gebaard, en reeds
tweemaal in vergevorderden ouderdom
hevige aanvallen beroertens gehad te
hebben, met nog buitengewone geest- en
hgchuams-vermogens, de meest gewenste
gezondheid.
Bijna een jaar later stond er wéér een bericht in de Rotterdamsche Courant, maar dit had nu
een andere strekking: Schiedam den 30 Januarij 1819 - Alhier is overleden, in den hogen
ouderdom van 107 jaren, 11 maanden en 19 dagen Maria Büscher, gehuwd den 30 Junij,
heeft zij 10 kinderen verwekt, waarvan er bij haar overlijden nog 5 in leven zijn. Zij laat
voorts na 16 kleinkinderen, 44 achter-kleinkinderen, 1 bet-achter- kleinkind, 12 aangehuwde
kinderen en kleinkinderen, te zamen 78 descendenten. Zij genoot tot het einde van haar leven
eene goede gezondheid, en stierfzacht, doch onverwacht. Door een braaf en godvruchtig
gedrag heeft zij in den niet ruimen stand waarin zij geplaatst was, altijd onderscheiden."
96