MAKKERSSTRAAT
Meermalen zijn de twee bedrijfspanden
achter Makkersstraat 3 en 5, een
voormalige branderij en mouterij in
dit tijdschrift gememoreerd. Nadat in
september 2003 een sloopvergunning
was aangevraagd, diende de Historische
Vereniging Schiedam bij de minister
een verzoek in tot plaatsing op de
rijksmonumentenlijst. In december 2003
werd dit voorlopig gehonoreerd. De
aanwijzing werd definitief op 9 augustus
2005. De eigenaar tekende hiertegen
bezwaar aan. Na een hoorzitting van
de Bezwaarschriftencommissie op 11
januari 2006 volhardde de minister in het
genomen besluit. Dit werd bekend op 13
juni 2006. Wederom ging de eigenaar in
verweer, nu werd beroep aangetekend
bij de Rechtbank van Rotterdam,
afdeling Bestuursrechtspraak. Na de
zittingen op 26 februari en 23 april
2007 concludeerde de rechtbank op 31
mei 2007 dat de eigenaar in het ongelijk moest worden gesteld. Dit
was mede reden voor de gemeente Schiedam om een tweede sloopaanvraag uit 2006 niet te
honoreren. Maar wederom ging de eigenaar in verweer. Men tekende hoger beroep aan bij de
Raad van State tegen de beslissing van de minister en tegen de uitspraak van de Rechtbank.
Na de zitting voor de Raad van State in Den Haag op 29 januari 2008 kwam op 12 maart
2008 de uitspraak als een teleurstelling over. Eigenaar Fortress werd op bepaalde punten in
het gelijk gesteld, waarbij de minister zijn besluit tot aanwijzing diende te herzien. Misschien
dat als enig lichtpuntje zou kunnen gelden dat de monumentwaardigheid van beide panden
uiteindelijk door de Raad van State niet werd ontkend. Waarmee moet worden vastgesteld
dat het standpunt van de Historische Vereniging al die jaren terecht was. De vereniging is van
het begin tot het einde steeds betrokken geweest bij alle vormen van overleg, hoorzittingen,
rechtspraak en hoger beroep en heeft ook schriftelijk en mondeling kunnen meespelen
als partij. Dat het uiteindelijk stuk zou lopen op o.a. het argument dat niet gebleken is dat
voor eigenaar Fortress nog enig redelijk gebruik van de pakhuizen mogelijk was, althans
dat zo'n gebruik bij de aanwezige bouwkundige staat onvoldoende was gemotiveerd (in
de praktijk betekenend dat er geen woningen in zouden kunnen worden gebouwd door te
geringe verdiepinghoogte) leek onwaarschijnlijk. Ook de Rijksdienst voor Archeologie,
Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) was verrast omdat dit argument tot dan in
Nederland nooit reden voor een afwijzing van de monumentenstatus was geweest. Ook in
breder verband maakt die dienst zich nu dan ook zorgen. De medewerkers van de Rijksdienst
valt overigens niets te verwijten. Van dichtbij heeft de vereniging de deskundigheid, de
kennis en de volharding kunnen meemaken, reden waarom een compliment op zijn plaats is.
En om nog een plus te noemen: wederom is vastgesteld dat het Schiedams historisch erfgoed
van groot belang is en landelijk erkend wordt. (Foto: R.W. Poels, juli 2008)