van negen, zeven en vijf jaar, in zijn woning aan de
Oost-Singel 169/5, zei hij: Wie willen jullie nu als
moeder, tante Maria of tante Magdalena?" In koor
riepen ze: Magdalenaen dus trouwde hij met
haar in juli 1862. De bron van dit verhaal is een
overlevering, die keurig in de Hidde-familie bewaard
is gebleven. Magdalena Mak (1836-1898) was de op
een na jongste dochter van zeilmaker en touwslager
Jacobus Mak (1786-1868), die in 1822 eigenaar
was geworden van een erf en panden in het hart van
de stad. Het erf, zoals gezegd, aangeduid met een
fraaie Bijbelse naam. De panden later aangeduid
met de huisnummers 58 en 33. Alles bij en aan het
Broersveld in Schiedam. In de jaren voor 1862
hadden beide mannen al een zakenrelatie en ook
de families raakten bevriend. Mak leverde touw
en zeilen voor het schip en de kapitein verbruikte
ze. Soms kocht kapitein Van der Hidde voor eigen
rekening extra touwwerk in om in het buitenland
een tros met winst te kunnen verkopen aan
collega's die er om verlegen zaten.
Jacobus Mak kreeg 8 en 10 kinderen uit
twee huwelijken. Zijn twee zoons Willem en
Catrinus voelden zich genoodzaakt uit elkaar
te gaan. De zaak werd in tweeën gesplitst.
Dat leverde een tweede bedrijfsvestiging op,
nu aan de haven. Zoiets gebeurt zo vaak. Het
oude bedrijf legde zich toe op het werk voor
de vele molens in de stad en omgeving en
daarnaast op leveranties aan kleinere schepen.
De zeilmakerij Hoofdstraat 91 en 93, nabij de
sluis in de buitenhaven, bediende de werven,
de zeeschepen, Zeeuwse aardappelschepen en
Vlaardingse visserij schepen met hun vele zeilen
en tuigage. Na een aarzelend gescheiden begin
hielpen de twee bedrijven elkaar weer indien dat
nodig was. Het bedrijf aan de Hoofdstraat werd
in 1959 vanwege de Deltawerken gedwongen te
verhuizen naar de Lange Haven. De panden 1-
119 werden afgebroken. De zeilmakerij bleef op
het nieuwe adres tot 1984 bestaan. De firmanaam
was van oudsher Jacobus Mak Zonen.
Van de vele zonen en kleinzonen bleven er
vanzelfsprekend een aantal werken in de twee
bedrijven; een enkeling ging aan de slag bij
een andere touwslagerij, ging varen of werd
78
Hierboven: kapitein M. van der Hidde liet
zich omstreeks 1862 met zijn vrouw Magda
lena van der Hidde-Mak (1836-1898), bij de
Schiedamse fotograaf Van Diggelen portret
teren. (verzameling W.A. van der Hidde)