stadsplan van 1869 en overlevering circa 300 meter lang zijn geweest. Ter oriëntatie: een
kabellengte of 1/10de zeemijl was 185 meter. Het landje droeg de fraaie, Bijbelse naam Het
Lant van BelofteHet behoorde bij een huis met die naam, vermoedelijk gelegen aan of
nabij de Lange Kerkstraat, waarvan alleen de gevelsteen bewaard is gebleven. De breedte
kon gering blijven; een touwbaan hoeft niet breed te zijn. Over de volle baanlengte lag een
plankier, zodat de voeten, het gereedschap en het eindproduct schoon bleven. Als de kabel
klaar was werd hij opgerold - opgeschoten - en in jute ingepakt, zodanig datje kon zien wat
er in de bundel zat. Dit werd een kuil genoemd, een woord dat te veel op het Engelse woord
coil lijkt om van toeval te spreken. Kabels worden onder andere onderscheiden naar hun
omtrek, hier bijvoorbeeld 2 of 4 duims. Touwslaan was een oud ambacht, een handwerk.
Toen de mechanisatie zijn intrede deed was het gedaan met dit onderdeel van zulke kleine
bedrijijes. Wel bleven de werven afnemers van de zeilmakerij.
Gelukkig heeft men al vroeg en met historisch besef de straten op en om het voormalige
bedrijf van Jacobus Mak van toepasselijke namen voorzien. We noemen de Baan, Grofbaan,
Baanstraat, Gedempte Baansloot en een vernieuwd plein vlakbij heet nu Land van Belofte. Er
worden in de buurt nu veel oude panden gesloopt en nieuwe gebouwd, maar de straatnamen
blijven. U vindt er sedert september 2007 ook de gerestaureerde en herplaatste gevelsteen.
U begrijpt dat uit traditie de voornaam Jacobus met als roepnamen Koos, Jack, Jacques en
Jaap in de families Mak en Van der Hidde veelvuldig zijn gegeven aan nieuwgeborenen. Ook
80
De lijnbaan van de firma Mak op het Lant van Belofte ten westen van het Bróersveld in bedrijf in
1893. Tweede van links is Jan Hendrik Mak. Vierde van links is Jan van de Graaf (werkmeester) en
zevende van links is Jacobus Mak. Foto: verzameling A.R. Mak.