werden gesteld. Bovendien kreeg de Inspectrice van de Afdeling Kinderpolitie het te horen. In maart 1948 kregen vier minderjarigen die zich ophielden in de plantsoenen, of daar bal dadigheid pleegden, een waarschuwing. Hetzelfde gold voor 52 jongeren die op de openbare weg voetbalden. Bovendien werden 13 ballen in beslag genomen. Voor baldadigheid op de openbare weg kregen 11 minderjarigen een waarschuwing, terwijl 3 minderjarigen ern stig onderhouden..." werden nadat zij waren betrapt bij het brandje stichten op de openbare weg. Maar liefst 22 keer werd strafwerk uitgedeeld. Bijzonder was het vergrijp van vier jongens die werden opgespoord nadat zij met een kata pult een viertal lampen hadden stukgeschoten in het Sterrebos. De schade bedroeg Hfl. 9,72. Dat bedrag moest in overleg met de ouders door de jongens zelf betaald worden. Bovendien moesten de jongens op het hoofdbureau van politie strafwerk maken en werden ze door de hopman van de St.-Franciscus-verkennersgroep voor maar liefst drie maanden geschorst. De inspanningen van de Tuchtbrigade ten spijt, ontvangt het College van Burgemeester en Wethouders op 25 maart 1948 een brief van een aantal ouderen die de overlast zat is. Ze be klagen zich bij het college dat ze het Julianapark moeten mijden omdat jongeren zich op en rond de banken ophouden. En dat is nog niet alles! Ondergeteekenden - ouden van dagen - die nu het lentegevoel hen wederom lokt om gebruik te kunnen maken van het Julianapark moeten tot hun spijt ondervinden, dat dit zoo mooie park, vooral door de jeugd, op schanda lige wijze wordt verwaarloosd, ja zelfs wordt verontreinigd, door dat de behoeften voor de banken wordt gedeponeerd."Achttien ouderen ondertekenen de brief, die op pagian 169 is afgebeeld. Op 1 april 1948 leest Wethouder Van der Kraan tijdens de collegevergadering een verontrus tend rapport voor. De afdeling Plantsoenen van de de Dienst Gemeentewerken meldt vele be schadigingen aan bomen en planten in parken, plantsoenen en op pleinen. Geklaagd wordt, dat de politie te weinig toezicht uitoefent en dat de agenten, die met het toezicht belast zijn te veel laten passeren, zonder in te grijpen.". Juist om die reden betreurt burgemeester Peek het, dat de tuchtbrigade moest worden ingekrompen - terwijl er goed werd werd verricht. In de vergadering komt een verbod op balspelen op het Edisonplein en op het Van 't Hoffplein ter sprake. Daartoe moeten wel borden op de beide pleinen worden geplaatst. Besloten wordt, dat aan de directeur Gemeentewerken te verzoeken. De oudere omwonenden op het Edison plein en het Van 't Hoffplein zijn daar niet rouwig om: ze zijn de branie- en balschoppende jeugd zat en verlenen graag medewerking aan de maatregelen. Ook de brief van de ouderen met betrekking tot de overlast in het Julianapark neemt het college zeer serieus. Reden om het aantal leden van de tuchtbrigade met ingang van 5 april 1948 te verdubbelen van 3 naar 6 man. De radertjes gaan draaien en op 7 april door de Commissaris van politie een rapport aangeboden aan Burgemeester Peek. Het rapport stelt dat extra toezicht is uitgeoefend op de jeugd die het Julianapark bezocht, "...zodat thans niet meer gesproken kan worden dat banken en dergelijke worden bevuild.". Wel adviseert de brigadier op onregelmatige tijden opnieuw te controleren, "...opdat de rust aldaar voor de oude mensen bestendigd blijft.". Op twaalf april gaat dan ook een antwoord naar de ouderen die klaagden over de overlast in het Julianapark. De politie is opgedragen, extra toezicht te houden, "...zodat vertrouwd mag worden, dat het door U naar voren gebrachte euvel zich niet meer zal voordoen." Niets is minder waar. April kenmerkt zich door een enorme stijging in het aantal vergrijpen 168

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2008 | | pagina 24