en wordt omringd door enkele sloten. Voor de restauratie en herbestemming bestond het
volledige complex uit een boerderij, gesplitst in twee woningen, een tuinhuis, twee garages,
twee schuren en nog enkele andere moderne opstallen. Tegen het hoofdgebouw was tegen de
noordgevel een lange aanbouw gezet. Het hoofdgebouw is eigenlijk het enige onderdeel dat
echt oud is, de overige gebouwen zijn in het laatste kwart van de twintigste eeuw (ca. 1990)
neergezet en hebben de toen nog aanwezige kapberg, een schuur en een wagenschuur van
het erf verdreven. Destijds begrijpelijk vanuit een bedrijfsmatig oogpunt: de eisen die nu aan
boerderijen worden gesteld zijn nu eenmaal niet altijd te realiseren binnen de oorspronkelijke
gebouwen, maar een gemis vanuit cultuurhistorisch perspectief. Een foto uit het midden van
de twintigste eeuw geeft de oude erfmdeling goed weer.
De boerderij aan de Groenweg 23 in ogenschouw nemende kan gesteld worden, dat de hier
boven geschetste ontwikkeling van de Midden-Delfland boerderij ook bij deze boerderij zijn
(bouw)sporen nagelaten heeft.
Naar aanleiding van de restauratie en verbouwplannen van de Groeneweg 23 was er door de
huidige eigenaar aan de Stichting Historisch Boerderij-Onderzoek opdracht gegeven om de
boerderij middels een bouwhistorische verkenning in beeld te brengen. Dit om bij het ontwik
kelen van de plannen goed in beeld te hebben waar de historische waarden nog aanwezig zijn
en ter documentatie van (bouw)sporen die uiteindelijk weer onder de nieuwe afwerklagen
verdwijnen. De resultaten van deze verkenning worden nu in hoofdlijnen in beeld gebracht.
De boerderij aan de Groeneweg 23 is een eenlaags gebouw, oost-west georiënteerd, met een
T-vormige plattegrond waarop loodrecht twee uitbouwen staan. De draagconstructie van de
boerderij bestaat uit twee langsgebinten van naaldhout waarop een enkelvoudige balklaag
8
Deze luchtfoto uit het midden van de 20ste eeuw laat de oude eifindeling zien. Ten zuiden van de
boerderij staan nog twee kapbergen en aan de noordzijde is de kelder uitgebouwd, het boenhok uitge
bouwd en het karnhok aangebouwd. (Bron: SHBO-Rapport 141)
Scyedam jrg. 35 no. 1
