ArieW fT Zngittje. iMjp 'A rijit ij «5eW^en, AMeri^eftie^^ Over de familie Kamans trof ik in het archief van de Maatschappij van Weldadigheid een rijmpje dat ik eerst niet goed kon thuisbrengen: De afbeelding hierboven is geen afbeelding van het origineel. De tekst van het rijmpje luidt: "Kamans rijdt de ossewagen, Arie kan zijn moeder dragen, Aaldert heeft de os aan touw, En Grietje luidjij de bel eens gauw!(Afbeelding: redactie) Als ik zoiets tegenkom wil ik ook per se weten wat het is. Het rijmpje gaat niet over de Schiedamse kolonist die in 1820 aankwam, want hij overleed al in 1823. Behalve zijn weduwe bleven ook meerdere van zijn kinderen op de kolonie achter. Zo trouwde een dochter met een kolonistenweduwnaar en werd kolonistenvrouw en zoon Willem Kamans huwde een kolonistendochter uit Groningen en mocht als opvolger de Schiedamse hoeve overnemen. Die in 1813 te Schiedam geboren Willem Kamans had drie kinderen, een zoon Aaldert - dat zal zijn van "...Aaldert heeft de os aan touw..." - één dochter Margaretha - dat zal dan Grietje luid jij de bel eens gauw..." zijn - en een zoon Arie - dat moet zijn "...Arie kan zijn moeder dragen...". Dus ik durf er vanuit te gaan dat dit rijmpje op deze Kamansen slaat en dat het Willem Kamans is die rijdt de ossenwagen. Zijn echtgenote is de Groningse Hendrika Dorenbosch en ik neem aan dat zij gedragen moet worden omdat zij invalide is. Mij dunkt dat zoon Arie om die krachttoer te volbrengen toch wel een jaar of zestien moet zijn, hij is geboren in 1854 dus dat dateert het rijmpje op 1870 of later. En het is vóór 1882 want in dat jaar overlijdt Willem Kamans dus erna is er niemand meer om de ossenwagen te rijden. De herkomst valt ook te achterhalen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw is baanbrekend onderzoek in het archief van de Maatschappij gedaan door mevrouw Cecilia Kloosterhuis en ik denk dat deze aantekening van haar is. Zij was geboren in Willemsoord. Weliswaar pas in 1913, maar de familie Kloosterhuis woonde er al langer en navraag bij de dorpsvereniging Willemsoord en bij nakomelingen van de kolonisten Kamans bevestigde dat de families Kloosterhuis en Kamans bij elkaar in de buurt woonden. Dus ik veronderstel dat het rijmpje een familieoverlevering is die tot de dorpshistorie behoorde en door mevrouw Kloosterhuis is genoteerd. En ten slotte was uit het archief af te leiden dat Willem Kamans een tijdlang een koloniewinkeltje 58 Scyedam jrg. 35 no. 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2009 | | pagina 22