was een vijand. Soms werd er met af weergeschut een vliegtuig naar beneden gehaald. Door de verzetsgroepen werd dan geprobeerd de piloten te helpen. Het gewone leven werd steeds moeilij ker, je wist niet of je buren en vrienden te vertrouwen waren. We kregen ook steeds minder van alles. Er werd veel geruild, bijvoorbeeld trouwringen tegen voedsel. Bij Jamin (nu nog een bekende zaak) kon je op woensdag bonloze koe ken kopen. Je moest dan wel uren in de rij staan. Ze smaakten nergens naar, maar je maag was dan tenminste gevuld. Er wer den steeds razzia's gehouden, eigenlijk was je nergens veilig. Als er weer ergens een daad van verzet was geweest, kon je als willekeurige burger zo van de straat worden geplukt en neergeschoten worden. We worstelden ons door de dagen heen. In 1942 moest mijn man (toen mijn vriend) zich melden voor de arbeidsinzet. Je kon onderduiken maar dan liep je hele familie gevaar. Je bonnen werden ingenomen dus had je ook niets te eten. Hij is ruim drie jaar te werk gesteld in Meinerszhagen. Post kreeg je sporadisch en was ook nog eens gecensureerd. In februari of maart kreeg mijn moeder een brief van het Rode Kruis met het bericht dat mijn vader in december op Cura9ao overle den was. Veel heb ik mijn vader niet gekend, maar we hadden groot verdriet. Toch ging het leven door en moesten we verder met de zorg om te overleven. De rantsoenen werden almaar kleiner, het regime steeds strakker, kranten mochten niet meer verschijnen, radio's moesten ingeleverd worden. Evenals alles wat koper bevatte, dat werd omgesmolten voor wapens. Wij hadden een mooie radio gekregen van mijn vader, toen hij voor het laatst met verlof was. We hebben hem een plaats gegeven in een ruimte boven de schuifdeuren van de kamer. Ook het meeste koper werd verborgen. Veel mensen hadden een zelfgemaakte radio, met wat spoelen en lampen. Wat er ingeleverd werd was meestal kapot. Er stonden strenge straffen op als ze je snapten, maar er werd geluisterd naar Radio Oranje. Via Engeland werd dat verzonden en via mond tot mond kregen we toch wat te horen. Het eten werd steeds meer een probleem en al had je bonnen, er was toch niets op te koop. De winters waren verschrikkelijk, je had wel bonnen maar je kreeg hooguit vier mud kolen en dat was zo op. We gingen ook met zakjes bij de gasfabriek staan. Daar was een soort brug waar de treinen met kolen verscheept werden, er viel wel eens een kooltje naar beneden. Er 124 Men *orii Vtirifwlit fit boekje zor$ iongiften ran 1' OrerJiUf: :i brengen. Het uit 1922 daterende trouwboekje van de ouders van H. W. Winterswijk. Het werd gedrukt bij de Gebroeders van Noortwijk te Schiedam. Scyedam jrg. 35 no. 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2009 | | pagina 16