1 CONVENTIE. Regenten', alwaar zij zich achter de Akte van Verbintenis, het democratische programma van de vrijkorpsen, stelden. Hoe weinig dit te betekenen had, bleek spoedig. In september 1786 werden de patriotse stadjes Hattum en Elburg door stadhouderlijke troepen bezet. De Schiedamse vrijkorpsen wilden naar het kordon, dat naar aanleiding van deze aanval langs de grens van Utrecht werd ingesteld, vertrekken. Maar de vroedschap verzon allerlei uitvluchten en moest op 20 oktober toch 50 man - onder bevel van kapitein Dirk van Essen - laten gaan. Slechts enkele vroedschappen kozen ook in hun hart de zij de van de burgerijDe scheiding PLEGTIGHEID tDtcIjtmaaf. der geesten vond plaats in de sociëteitAurea Libertas" (de gouden vrijheid). De katholieke patriot Pieter Brillenburg (een geestverwant van Nolet), een arts die ijverde voor vrijheid van drukpers en in hoog aanzien stond bij de gegoede burgerij, wenste tot de sociëteit toegelaten te worden. Zijn deballotering verwekte zo'n grote consternatie dat enkele leden, zowel vroedschappen als burgers, hun lidmaatschap opzegden. Zij vormden een eigen sociëteit onder de zinspreuk 'Restaurata Libertas' (de herstelde vrijheid. De vroedschappen Keuchenius, Den Beer, Van der Heym en Van den Berg meldden zich aan als lid.24 De overige leden van de vroedschap wendden zich als aristocraten van de burgerij af, omdat zij bang waren voor haar democratische aspiraties. Hun vrees was niet zonder reden, want in januari 1787 begon de burgerij zich met de benoeming van de vroedschap te bemoeien. Een eventuele benoeming van secretaris Pielat van Bulderen werd in een rekest scherp afgekeurd, omdat deze zou geschieden op basis van het geboorterecht en niet op basis van bekwaamheid. Hier bleef het niet bij. Haarlem stelde op 30 januari 1787 in de Staten van Holland voor om twee commissarissen te benoemen: één voor de nauwe afbakening van de stadhouderlijke macht en één voor een onderzoek naar de invloed op het bestuur, die het volk zou toekomen 'uit hoofde van een regeringsvorm bij representatie'. De instelling van de eerste commissie werd door de Schiedamse vroedschap zonder problemen goedgekeurd. De oprichting van de tweede commissie werd pas door de vroedschap gesteund nadat de burgerij het college onder zware druk had gezet. Schiedam liet zich in deze commissie vertegenwoordigen door D.F. Pichot, een regent die niet te boek stond als hervormingsgezind, hetgeen weinig goeds voorspelde voor het democratiseringsproces. Ook in de daaropvolgende maanden hield DF. Pichot de zijde van de aristocraten. Met het oog op eventuele orangistische relletjes werd 13 1 Semper Idem. Gemeentearchief Bibliotheek, kast Al-3 nummer 32 (158.10.1) eerste exemplaar van het boekje "Iets voor Schiedam 1786" met daarin "De plegtigheid der Schiedamsche Conventie in Dichtmaatdoor Semper Idem. Titelblad, pagina 3. Scyedam jrg. 36 no. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2010 | | pagina 13