in de Staten van Holland voorgesteld om de
meer betrouwbare troepen van rijngraaf Van
Salm in Den Haag te legeren. De burgerij vond
dit prima. Desondanks werd het voorstel op
dinsdag 20 februari 1787 door de vroedschap
afgekeurd.25 Woensdag berichtte een bode uit
Den Haag dat de beslissing in de Staten van
Holland van Schiedam kon afhangen. De
burgerij reageerde alert, 's Avonds om tien
uur stonden enkele burgergecommitteerden
onder wie Cornelis Nolet - op de stoep van
het huis van burgemeester de Greve, met het
verzoek of er een buitengewone vergadering
kon worden gehouden. De Greve weigerde.
Vervolgens ging het op een dralje naar het
huis van burgemeester Van Cloon, die zich
liet overhalen. Burgemeester Den Beer
steunde de burgergecommitteerde zonder
meer. Op 22 februari kwam de vroedschap
in alle vroegte opnieuw bijeen. De Greve
verklaarde onmiddellijk dat het besluit van
20 februari niet teruggedraaid kom worden,
maar de burgers dachten hier blijkbaar
anders over. Zij stroomden samen op de
Grote Markt voor het stadhuis en eisten in de
persoon van Arie Voogd onverwijld legering
van het legioen van de rijngraaf in Den Haag.
De Greve en consorten stribbelden eerst nog
tegen, maar zij gaven hun verzet op toen zij
zagen dat een groot aantal vroedschappen
onder leiding van Den Beer de kant koos
van de burgerij. De Schiedamse democraten
kraaiden victorie. Enkele vroedschappen
genoten - dankzij hun stemgedrag op die
bewuste donderdag - nu weer het vertrouwen
van de burgerij. Zelfs de politieke weerhaan
Pielat van Bulderen, die het revolutionaire
gedrag van de burgers in de Staten van
Holland had verdedigd, werd hun held 'die
zo pal staat als een rots'.26
De aristocratische vroedschappen voelden
zich diep vernederd en durfden zich
nauwelijks te verzetten als de burgers ergens
om vroegen. Het ene na het andere rekest
werd ingediend en alle stonden in het teken
van de democratisering of de verdediging
daarvan. De vroedschap werd gedwongen de
gewelddadige remoties van de Amsterdamse
en Rotterdamse vroedschappen in april
te ondersteunen. De commissie die een
onderzoek instelde naar de volksinvloed
werd tot spoed gemaand en het college
moest accepteren dat de nominatie van
kapiteins en luitenants voortaan weer zou
geschieden overeenkomstig het besluit van
1748. Ten slotte kwam de benoeming van de
vroedschappen, burgemeesters en schepenen
onder invloed van de burgerij. De benoeming
van Pielat van Bulderen tot vroedschap en
Van der Heym tot burgemeester in mei kan
gezien worden als een overwinning van de
democratische patriotten.
Het ingrijpen van het Pruisische leger, dat op
13 september 1787 de grens van de repu
bliek overschreed, werd door de orangistische
en aristocratische vroedschappen van
Schiedam met opluchting tegemoet gezien.
Opvallend is de haast schuldige graagte
waarmee zij, getooid met oranje kokardes,
de stad overgaven en de Pruisische troepen
onderdak boden.
Begin oktober werd de Pruisische bezetting
vervangen door een regiment van de
stadhouder. Vanaf dat moment ging er van
alles mis.
Drie dagen lang verkeerde de stad in een
toestand van volslagen anarchie. Het
orangistische deel van de bevolking kroop
uit zijn schulp en begon de patriotten op
straat lastig te vallen. In totaal werden de
ruiten van de woningen van zes patriotse
vroedschappen en zeventig patriotse burgers
ingeslagen. Het orangistische 'graauw' ging
over tot plundering, terwijl de soldaten
van de prins de branderijen binnendrongen
en zich ontfermden over het Schiedams
gedistilleerd.27 Onder deze omstandigheden
was het voor de patriotten niet langer mogelijk
zich te verzetten tegen de vernietiging van de
conventie.
Voor de orangist Daniel Pichot was de weg nu
vrij. Op 16 oktober liet hij zich benoemen tot
voorzitter van de vroedschap. Nadat op deze
14
Scyedam jrg. 36 no. 1