DE ONTWIKKELING VAN SCHIEDAM
Mr. Dr. Ir. M.M. van Praag
In de jaren dertig van de vorige eeuw
publiceerde de heer M.M. van Praag,
directeur van de Gem. woningdienst
een serie artikelen in het Rotterdamsch
Nieuwsblad. In het ontstaan van de
Nederlandse steden plaatst hij onze stad
Schiedam. Onderstaand volgen de eerste
twee afleveringen van een serie van acht.
De artikelen zijn overgenomen op de
wijze, zoals het destijds is gepubliceerd
en dus in de "oude spelling.
I.
Het ontstaan der Nederl. Steden. De
reactie op de gouden eeuw. De industriële
revolutie van de vorige eeuw.
Schiedam maakte den opbloei niet mee.
Het ontstaan der verschillende steden is
niet uit een oorzaak te verklaren, doch
aan zeer onderscheidene zaken toe te
schrijven. Dikwijls zijn steden gegroeid op
plaatsen, die aan vele menschen tegelijk
levensmogelijkheden boden, dikwijls waren
het gemeenschappelijke gevaren, die de
menschen tot samenwerking en daardoor
samenwoning brachten. Zoo schijnen vele
Nederlandsche steden, die in het algemeen
niet zo heel oud zijn in vergelijking met veel
buitenlandschestedenenwelkedateerenuithet
begin of midden der middeleeuwen, ontstaan
te zijn als versterkingen tegen de invallen
van vreemde volken (de Noormannen) aan
de kruispunten van land- en vaarwegen. Waar
de grote weg van Bretagne naar Keulen de
Maas sneed ontstond Maastricht. De steden
Nijmegen en Utrecht herinneren aan de oude
Romeinsche nederzettingen Noviomagus en
Ultra-Trajectum. Maar niet uit deze oude
nederzettingen zelf zijn deze steden ontstaan,
want zij werden grootendeels verwoest na
het einde der romeinsche overheersching.
Ook werden wel steden gesticht door een
Heer, zoo werd Batavia door Jan Pieterszoon
Koen gesticht op de puinhopen van het
verwoeste Jacatra. Ook het ontstaan van
Schiedam gaat slechts en zestal eeuwen
terug. Schiedam is op dezelfde wijze als
Amsterdam aan een onder Gravin Aleida
in de Schie gelegde dam ontstaan. Evenals
Amsterdam, dat ongeveer tegelijkertijd
de stadsrechten kreeg, scheen het nieuwe
Schiedam door zijn gunstige ligging aan den
waterweg uit Kennemerland naar Zeeland en
Vlaanderen, een grote toekomst beschoren
te zijn. En terecht zegt Heeringa in zijn
beschrijving van Schiedam, dat het niet de
schuld van haar stichteres Aleida was, dat
later anderen haar werk hebben verbrod
en dat niet Schiedam, maar Rotterdam een
grote stad is geworden., De ontwikkeling van
onze Nederlandsche steden gaat echter niet
bijster vlug. Door het opnemen van refugees
breidden de Nederlandsche steden zich
eenigszins uit. Door de opheffing van het
Edict van Nantes kwamen omstreeks 1685
een 55.000 Hugenoten naar de Nederlanden,
die zich bijna allen te Amsterdam vestigden.
In 1622 had Amsterdam reeds bijna 105.000
inwoners. Amsterdam werd in het tijdvak
van 1585 - 1657, dus in een 70-tal jaren, 4
maal uitgelegd en telkens in zeer belangrijke
mate. Eerst in 1585, dan in 1598, daarna
in 1611, door welken uitleg de oppervlakte
verdubbeld werd. Daarna in 1658. Maar het
zou ruim 2 eeuwen duren eer Amsterdam
weer uitgebreid moest worden. Omstreeks
het jaar 1370 trad een kentering in. Overal
ging handel en industrie achteruit. In
sommige steden verdwijnen geheele
takken van industrie. Men kan lezen, dat de
lakenindustrie te Leiden tot op een tiende
terug liepen, terwijl in 1763 de wolweverijen
te Amsterdam geheel verdwenen. In het
jaar 1750 telde Haarlem nog 20 fabrieken
19
Scyedam jrg. 36 no. I