Het gaat allemaal om een ordinaire
volksoploop: Op 4 augustus 1892 komen
mensen van het Leger des Heils vanuit
de trein lopend naar hun citadel aan de
Lange Haven. Aan de Singel is een grote
volksmenigte samengekomen die zingend en
joelend de heilsoldaten lastig vallen. Fillekes
moet proberen de menigte in bedwang te
houden, maar dat lukt hem niet. Hij krijgt
een schop tegen zijn onderlijf, men trapt op
zijn voeten en dan houdt Fillekes het voor
gezien: ruim tweeduizend mensen, daar valt
niet veel tegen te doen, hij vertrekt naar
huis.
Die arme Hendrik, wat zal hij het benauwd
hebben gehad'tussen al die mensen. Maar ja,
je bent veldwachter of niet. en Zijn baas, de
commissaris Wolffensperger, is niet blij met
het gedrag van zijn veldwachter. Hij stelt
in een brief aan de burgemeester voor om
Fillekes te schorsen, maar niet nu, het moet
wachten tot september, dan zijn de vacanties
der schooljeugd afgelopen en is het vroeger
donker dan nu, waardoor er minder toezicht
wordt vereist.
Kijk, zo werkt de politie! Wel een schorsing,
maar op een moment dat het de baas goed
uitkomt. Er schijnt ook mondeling over deze
zaak gesproken te zijn want er is een deel
van een briefwisseling tussen de commissaris
b: de schorsing is nog niet definitief. In
een brief aan de burgemeester schrijft de
commissaris dat hij ook niet weet wat hij
moet doen: "...het enige zou zijn om te doen
of er niets gebeurd is, maar dit heeft zijne
zeer bedenkelijke zijde en kan noch mag
ik aanraden." Want de commissaris vindt
Hendrik een zeer goede veldwachter en wil
hem eigenlijk niet straffen.
Stel dat Fillekes niet gestraft zou worden,
stelt de commissaris "...waar moet het dan
heen met de veiligheid van personen en
goederen, indien de politie, als het een of het
ander wordt bedreigd, de plaat poetst?"
De commissaris en de burgemeester zitten
met de doorgaans zo brave Hendrik in hun
maag en weten niet wat nu te doen. Er wordt
besloten de commissaris der Koningin om
hulp te vragen en deze geeft als antwoord
"Ik zou die man ontslaan maar daartoe ben
ik niet bevoegd".' Dat is schrikken. Hier
is niet op gerekend, Ze durven zelf geen
besluit te nemen maar nu moeten ze wel
en zo wordt Hendrik Fillekes uiteindelijk
toch geschorst voor twee weken. Maar wel
in september....2 Zo komt er een eind aan
een gebeurtenis waar niemand zijn vingers
aan wilde branden: Fillekes niet aan de
volksmenigte; de commissaris niet aan
Fillekes (omdat hij altijd een voortreffelijke
veldwachter is). De burgemeester niet omdat
hij niet wil, durft of kan en de Commissaris
der Koningin niet omdat het zijn taak niet is.
Kortom, het blijft een beetje schuiven met
verantwoordelijkheid. Van wie ook alweer?
Ook de Schiedamsche Courant maakt
melding van het gebeuren in hun krant van
zaterdag
6 augustus 1892, een korte samenvatting:
"Onze gemeente bood gisteravond een
treurig schouwspel van onchristelijke zin
en onverdraagzaamheid. Het stationsplein
was tot aan de Schie bezaaid met menschen,
die daar deels uit belangstelling deels uit
nieuwsgierigheid, deels, zoals later bleek, ook
met andere bedoelingen, die de terugkomst
verbeidden van de afdeling Schiedam van
het Leger des Heils welke een Velddag te
Vogelenzang had bijgewoond.
Te 8 uur 19 minuten stoomde de trein het
station binnen en nauwelijks waren de
heilsoldaten buitengekomen, of zij werden
verwelkomd met liederen, welke niet alleen
hen, maar ook ieder weldenkende ten
zeerste moesten grieven. Zoo ging men op
weg naar de 'citadel' aan de Lange Haven,
begeleid door hetzelfde grauw, wat zich
niet tevreden stelde met het herhalen van
het aangeheven geschreeuw, maar zelfs tot
handtastelijkheden overging, de heilsoldaten
aangrepen en hunne vlaggen verscheurde,
ondanks het kordaat optreden der politie....".
1 GAS ingekomen stuk 870, B W Schiedam 1892,
2 bij stuk 870
Scyedam jrg. 36 no. 1
31