kunnen zijn. Zeker als overbodige ballast
onvermeld zou zijn gebleven, want waarom
algemene informatie opnemen die ook in
elke algemene encyclopedie is te vinden.
Uitgebreid ingaan op natuurkundigen,
het koningshuis, staatslieden, schilders,
steden, vogels, musici en toneelspelers
is in het kader van dit Schiedamse boek
overbodig. In zo'n geval volstaan beroep en
enkele jaartallen. Niemand zit te wachten
op een karakteristiek zoals bij Willem de
Zwijger ("een man van weinig woorden
en veel vrouwen") of mededelingen bij
musici dat ze in opleiding bij die en die
zijn geweest of wie ze als leerling hebben
gehad ("Kor Kuiler. Hij was een leerling
van Bernard Zweers. Zijn composities
waren eigentijds en genoten toen en grote
waardering.") Waarom staat op pag. 55 het
volledige 16-regelige gedicht, dat op een
uithangbord in de Gang van Baas Been
was aangebracht. Bij de Westmolestraat
staat zinloze informatie over een niet
doorgegaan bouwplan van 1994. En wat
bij Trelleborg wordt vermeld is weinig
relevant.
Waarom de woorden "erf', "woonerf',
"Cooperbaan", "Q-park" zijn opgenomen
is niet helder, maar vooruit. Echter vreemd
genoeg staat dan het ABC-winkelcomplex
er weer niet in.
Toch wil een doorzetter soms terecht net
wat meer informatie. Wat als gemis kan
worden gezien is het ontbreken van het
jaar van de daadwerkelijke aanleg van
een straat. Het op een bepaalde datum
vaststellen van de naam door een besluit
van de Gemeenteraad zegt niet alles. Soms
wordt een straat pas jaren later aangelegd,
soms wordt de naam pas vastgesteld als de
straat er al enige tijd ligt. Bij veel straten
vergt een onderzoek daarnaar uiteraard
de nodige tijd, maar het boek zou er nog
waardevoller door zijn geworden.
Bij oude straatnamen is zelden vermeld uit
welk jaar of welke tijd de oudst bekende
vermelding stamt. Dat het ook anders kan
bewijst de toelichting bij Jeneverslop,
daar staat keurig het jaartal van de vondst
bij: 1886. En hoe lang bestaat het Trimpad
al, voordat het Trimpad werd genoemd?
Het zelfde geldt voor de bouwwerken.
Niet altijd staat het bouwjaar er
consequent bij (Tritonflat, Europaflat).
Bij de Abrahamsteeg "een in de 15e eeuw
gebruikte benaming voor de Gruttersteeg"
zou het nuttig zijn geweest aan te geven
waar de vermelding te vinden is. Bij de
Vrank Pieterszn.steeg staat als datering
"toen burgemeester Vranck Pieterszn. Van
der Burgh daar woonde", maar dan weet
je nog niets.
Op veel informatie over de totaal 2383
namen zal weinig aan te merken zijn. En
nergens anders is zo snel en handzaam een
vraag te beantwoorden.
Toch nog wat voorbeelden van
geconstateerde echte fouten.
De Hal: Hier wordt gesuggereerd dat de
vleeshal aan het eind van de 19e eeuw als
r.-k. kerkgelegenheid in gebruik was. Maar
dat gebruik was alleen van 1853 tot 1858.
Imeldapassage: In het boek staat als
verklaring dat het internaat is vernoemd
naar de eerste zuster. Dat is in wezen
niet juist. Het internaat heette voluit
Sint Imelda Internaat. Sint Imelda is een
heilige die leefde in de eerste helft van
de 14e eeuw en die werd opgevoed in een
Dominicanessenklooster. De eerste priorin
(een Dominicanesse) van het weeshuis in
1850 nam bij haar intrede in het klooster
de zusternaam Imelda aan. Het internaat
is niet naar de eerste priorin vernoemd,
maar naar de heilige Imelda, evenals
dus de eerste priorin naar de heilige is
vernoemd.
Proveniersbrug: De naam heeft niets
te maken met het feit dat wegens het
bezoek van Koningin Juliana en een
vermeende openstelling door haar, de
naam Spoelingbrug niet acceptabel zou
zijn. De naam was al vastgesteld eer het
bezoek aan de stad werd vastgesteld.
34
Scyedam jrg. 36 no. 1