Schiedam onder de gesel van de oorlog
Tijdens de Duitse inval in Nederland vallen op
14 mei 1940 ook bommen in het gebied achter
het station Schiedam en aan de Parallelweg.
Er worden 82 woningen getroffen, 34
woningen worden onherstelbaar vernield en
48 min of meer ernstig beschadigd. Behalve
de gewonden die er zijn, vallen er ook acht
dodelijke slachtoffers te betreuren onder de
bewoners van de Parallelweg. Een lange straat
met zo'n kleine driehonderd woningen. Ook
overleven drie personen uit Overschie en vijf
dienstplichtige militairen deze aanval niet.
Voorts worden enkele aan de Overschieseweg
gevestigde bedrijven getroffen, onder andere
de zakkenfabriek van de gebroeders J. W.
Goode. De gebroeders raken daarbij zwaar
gewond. De bewoners van de Parallelweg
worden geëvacueerd. In de dagen ema voegt
zich nog een stroom Rotterdamse evacués
daarbij. In het R.K. scholencomplex aan de
Lange Singelstraat is een medisch meldpunt
ingericht. De heer S. Nipius, chef afdeling
bevolking en de heer B. Loer Mzn leveren
een belangrijke bijdrage aan de registratie
en opvang van geëvacueerden. Evacuatie
brengt risico's voor de volksgezondheid
met zich mee. Om vast te stellen dat er
geen besmettingsgevaar is voor de nieuwe
verblijfsomgeving vindt geneeskundig
onderzoek plaats door mejuffrouw dokter
J. van Haaften, schoolarts en een vijftal
Rotterdamse artsen. In de eerste tien dagen
na de bombardementen vond medische intake
plaats van 1001 personen van de Parallelweg
en 2898 personen uit Rotterdam. Daarna
neemt de stroom snel af. Op 20 mei 1940
zijn in het noodziekenhuis twintig patiënten,
de meesten uit Rotterdam, opgenomen. Op
31 mei wordt de laatste patiënt ontslagen.
Voor een deel komen de gebouwen weer
ter beschikking van het onderwijs, met dien
verstande dat het noodziekenhuis voor een
deel intact blijft met een capaciteit van 87
bedden. 8 Huisarts B.W. Bussemaker en
mevrouw C.L.M. Duyster-Jamin komen
in januari respectievelijk april 1941 de
gelederen van de medici versterken. Voor
de zondagsdienst gaat het aantal groepen
daardoor van vier naar vijf.
De aanwezigheid van scheepsbouw en -
reparatie in Schiedam heeft in de jaren na
1940 ook een aantal bombardementen door
de geallieerden tot gevolg waarbij onder
burgerbevolking en werfpersoneel doden en
gewonden te betreuren zijn. Op 18 april 1941
is er een aanval op Wilton-Fijenoord waarbij
ook woonhuizen in Schiedam-West worden
getroffen. Vervolgens op 28 augustus 1941 is
Wilton weer doelwit. De Duitse luchtafweer
schiet twee vliegtuigen neer. Een van die
toestellen maakt bij Kethel een noodlanding.
Dokter van der Kuij is er snel bij en kan de
drie bemanningsleden, die lichtgewond zijn,
snel de eerste hulp verlenen. De Duitsers,
eveneens snel ter plaatse, nemen de Britse
militairen gevangen. Ook in 1942 en 1943
zijn er bombardementen waarbij doden en
gewonden zijn gevallen en handelend moet
worden opgetreden.9
Artsenverzet
De Duitse bezetting heeft vergaande
consequenties voor het functioneren van de
medici en de instellingen op het terrein van
de gezondheidszorg. De gezondheidszorg is
in de loop van vele decennia opgebouwd via
65
Dordrecht mei 1940.
Scyedam jrg. 36 nr. 2