een sterke inbreng uit het particulier initiatief. Door verzekeraars, maar vooral ook door 'onderlinge' verzekeringen en voorzieningen voor hulp bij ziekte. De 'zorgorganisatie' die de bezetter voor ogen staat moet 'orde' brengen in de veelheid van voorzieningen en controle op de medische wereld. De zorg is bedoeld voor diegenen die volgens de rassenleer 'waardevol' zijn. Invaliden, zwakzinnigen, krankzinnigen, blinden en ouden van dagen behoren daar volgens hen niet toe - zieken wèl. Althans voorzover zij 'Ariër' zijn en Joden dus bijvoorbeeld niet. In 1941 wordt de Ziekenfondswet ingevoerd, een verplichte verzekering naar Duits model, voor alle Nederlanders met een inkomen beneden een bepaalde loongrens. In het Derde Rijk waren artsen in nationaal- socialistische organisaties zoals in dit geval de Arztekammerondergebracht. Als het hoofdbestuur der Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst onder Duitse druk een NSB'er, tevens lid van de Nederlandse SS, in zijn midden opneemt ontstaat in de zomer van 1941 de artsenverzetsorganisatie Medisch Contact ('MC'). Deze informele organisatie gaat een belangrijke rol spelen in de opstelling van de artsen ten opzichte van de bezetter. In het daaropvolgend najaar wordt bekend dat een 'Artsenkamer' zal worden ingesteld die onder leiding van een NSB'er komt te staan. Voorafgaande aan de oprichting ervan berichten de Nederlandse artsen in een protestbrief aan rijkscommissaris Seyss -Inquart: Gebonden als wij ons weten aan de eed of de plechtige belofte waarmee wij ons ambt hebben aanvaard, gevoelen wij ons verplicht, u te verklaren dat wij trouw zullen blijven aan de hoge normen waarop sinds mensenheugenis ons beroep heeft gerust en dat wij in de uitoefening van ons beroep nimmer andere overwegingen zullen kunnen laten gelden dan zulke welke gerechtvaardigd zijn door ons geweten, ons plichtsbesef en onze wetenschap.'" Dat de artsen niet van plan waren bevelen en aanwijzingen van de leider van de Artsenkamer op te volgen merkten op 25 maart 1943 de stadgenoten die naar de dokter gingen. Op het naambord was het woord arts, op initiatief van het MC, doorgestreept of afgeplakt. Op de dag ervoor had het merendeel van de Nederlandse artsen aan de autoriteiten een gelijkluidend briefje geschreven: "Bij deze deel ik u mede dat ik met ingang van heden afstand doe van mijn bevoegdheid tot uitoefening van het beroep van arts in de zin van artikel 5 lid 2 der A rtsenverordeninfHet was als een demonstratieve actie te beschouwen want volgens een oud, in ander verband uitgesproken, arrest van de Hoge Raad blijft een arts op grond van de door hen afgelegde examina volledig gerechtigd tot het uitoefenen van 'beroepsdaden'.10 Schaduwen over Schiedamvermeldt op pag. 106: vrijwel alle artsen deden er aan mee. In Schiedam waren dat ondermeer de schoolarts dr. J.A. van Haaften, de specialist dr. D. W. Duysteren mevrouw C.L.M. Duyster- Jamin, de huisartsen J.A.H. van de Berg, P.W.J. Beukers, H.C. van de Broek, A.H. de Bruyn, J. van Buren, R.H.M. Geerdes, A. van de Griend, J.C.W. Groenewegen, W. Hoekstra, A. Hoogendijk, D.L. Houthuysen, A.L.J. Kunze, P. van der Kuij uit Kethel, A.D. de Leeuw, J.J.G. de Maeyer, W.H.F. Meijer, W.T.P Nijenhuis, G.J. Ormel, W.A. de Ridder, J. Ris en G. in 't Veld. De artsen Van den Berg, Geerdes en Nijenhuis worden gearresteerd, verhoord en na een week weer vrijgelaten. In augustus 1943 worden voor de tweede maal artsen opgepakt. Nu betreft het de medici Duyster, Duyster-Jamin en In 't Veld. Via de gevangenis van de SD aan het Haagse Veer in Rotterdam komen ze in het concentratiekamp Amersfoort terecht. Het drietal komt na zes weken weer vrij Over een geheel andere vorm van verzet, waarbij een Schiedamse arts was betrokken, vertelde destijds J. (Hans) Donkervoort (overleden in 2005), in Schaduwen over Schiedam deel 2". Zijn vader kreeg van 66 Scyedam jrg. 36 nr. 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2010 | | pagina 30