gulden per week. Uit een verslag van een Staatscommissie uit 1882 blijkt dat in een 'Franse' branderij de werktijd om vier uur 's morgens begon en eindigde om ongeveer half zes in de middag; gemiddelde werkduur 14 Vi uur! De tijd, die nodig was om 'Wener' gist te maken, bedroeg een uur of zes. Later slaagde A. de Koning er in gist te maken in minder dan drie uur door middel van het blazen van lucht door het gistschuim. Op deze manier kreeg hij meer gist. In een Hollandse branderij vergde de gist l'A a 2 uur. Eén van de verschillen tussen de Hollandse en de Wener gist is dat 'Wener' gist als een soort schuimbellen op het beslag komt bovendrijven (bovengistend). De omschakeling van een Hollandse naar een Franse branderij maakte een aanzienlijke verbouwing nodig. Een 'Franse' branderij is meestal gemechaniseerd, zodat de functie van pomper, de man die alsmaar heen en weer liep met de pomphandel, niet meer nodig was. De meesterknecht moest nu er op letten dat de diverse productiefasen bij de juiste temperatuur plaatsvonden. Dit lag namelijk veel gevoeliger dan bij de Hollandse gist. De bedrijven van Jansen In de negentiende eeuw was Jansen de grootste gistproducent van Schiedam. Hij had in België een agentschap en in Londen een eigen kantoor. De gist werd met hondenkarren bij de klanten afgeleverd. Het bedrijf zocht altijd een manier om de gistproductie te verbeteren. Omstreeks 1880 had H.C. Jansen zich bij het bedrijf van J.C. Mautner Sohn in Oostenrijk zich de nieuwe 'Wener' methode eigen gemaakt. Later zou P. Jansen, na zijn studie in Delft, zich verder bekwamen in de bacteriologie op het instituut van Jörgensen in Kopenhagen. In het laboratorium, waar de dames Nico en Lena Jansen werkten, en in de fabriek werden voortdurend proeven genomen. Omstreeks 1900 diende zich een nieuwe ontwikkeling aan. Op basis van een manna-gist uit Ethiopië was in Schotland een methode ontwikkeld dat het Mackenzie systeem werd genoemd. In Schiedam resulteerde dit na een jaar lang experimenteren in een gist van 20% van goede kwaliteit. Het systeem werd in het buitenland goed verkocht: België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Schotland en Ierland. Piet Jansen reisde vaak naar deze landen om de mensen wegwijs te maken. In Schiedam was hij, samen met G. Oosterholt en de Engelsman Mr. Head, sterk betrokken geweest bij de ontwikkeling. Maar het is te betwijfelen of deze nieuwe methode nu zo'n groot succes is geworden, men hoort er niets meer over. Na de Eerste Wereldoorlog, toen Jansen nog maar weinig moutwijn maakte, werd op een andere methode overgegaan: het inblazen van grote hoeveelheden lucht. Dit leverde 80% gist op. Met als gevolg dat het produceren van moutwij n werd gestaakt. Door dit succes werd de Nieuwe Schiedamsche Gistfabriek opgericht, onder leiding van Hans Jansen. Dank zij relaties in de bakkerijwereld kreeg de Nieuwe Schiedamsche Gistfabriek spoedig een grote klantenkring. Dit zinde 45 Scyedam jrg. 36 nr. 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2010 | | pagina 9