Blom had een overeenkomst met De Maas
over de afname van gist.
Ook A. de Koning bleef met de moutwijn
zitten. Zoals veel van zijn collega's, zocht
de Noordvestsingel werd hiervoor speciaal
ingericht met een distilleerketel, betonnen
grondbakken, een kuip en een bergplaats van
drie maal tweehonderd hectoliter. Later is op
hij een vaste afnemer van zijn moutwijn.
Hij besprak dit met zijn zoon A.J. de Koning
(1886-1959) en schreef vervolgens een
brief naar Bols. Deze oude likeurstokerij uit
Amsterdam is lang een klein bedrijf gebleven
en pas laat jenever gaan maken. Het bedrijf
expandeerde voor de Tweede Wereldoorlog
zo-danig dat het in Nederland en in sommige
landen het grootste marktaandeel in jenever
verwierf. Bols ging in op het verzoek om te
komen praten. Dit kon alleen op 1 november
1920. Hoewel De Koning dat vreemd vond,
het was op een zondag, is hij toch gegaan.
Een overeenkomst was snel gesloten en een
nieuwe firma werd opgericht: NV Branderijen
voorheen A. de Koning. Vanaf dat moment
ging De Koning voor Bols, tegen vergoeding,
zuivere moutwijnjenever maken. Het pand op
verzoek vanuit Amsterdam de naam van het
bedrijf gewijzigd in: NV Branderijen van de
Erven Lucas Bols en A. de Koning.
Gist en moutwijn buiten Schiedam
Zoals uit het voorgaande blijkt, speelde de
NG&SF een grote rol. Het streven van het
bedrijf was om in Nederland de leidende
rol op het gebied van gist (en in mindere
mate in spiritus) te krijgen. In 1883 nam
zij de fabricage van jenever in productie.
(Merk: Van Marken, bekend in West-
Afrika). Haar gistmerk was Koningsgist.
Enkele distillateurs, merkwaardigerwijs
niet uit Schiedam, experimenteerden met
spiritusfabricage - en dus ook met gist -
maar dat lukte niet goed. Gevolg was dat zij
dikwijls met de jenevermerken en al door de
80
Scyedam jrg. 36 nr. 3
Vierkante beslagbakken, ingericht voor het machinaal beslaan van het beslag. Branderij A. de Ko
ning, Noordvestsingel.