De dorps boer. (Collectie A. Broeren-Rip) afval van de jeneverindustrie, de spoeling, en van het voedselafval van Rotterdam en Schiedam. Vleesproductie bleef belangrijk maar melk productie werd meer dan een bijproduct. Melkboeren: De behoefte aan verse en kwalitatief goede melk werd in de steden groter en voor de boer werd het steeds interessanter om over te schakelen van vlees- naar melkproductie. De Kethelse boer had twee mogelijkheden, namelijk: de melk op de melkmarkt in Rotterdam te verkopen of de melk zelf naar de consument in Schiedam te brengen. Veel Kethelse boeren kozen ervoor om zelf de melk in Schiedam uit te venten, Ze stonden 's-morgens om vijf uur op, voerden en molken de koeien kleedden zich daarna om in pak en stropdas en gingen met de verse melk in metalen kannen naar Schiedam om daar hun product te verkopen. Als de melk uitverkocht was gingen zij terug naar de boerderij, reinigden de kannen en molken vervolgens nogmaals de koeien. Deze zogenaamde avondmelk was over het algemeen iets vetter en werd gedurende de nacht opgeslagen in stenen bakken, 's Morgens werd door de boerin het vet van deze melk afgeschept waarvan vervolgens boter werd gemaakt. Het residu karnemelk, dat inmiddels wat zuur geworden was, werd apart verkocht. Spoelingboeren: Deze boeren waren hoofdzakelijk gevestigd rond de zogenaamde Kleine Poldervaart". Zij gebruikten het afval van de Schiedamse branderijen, de zogenaamde spoeling, om de koeien te voeren. Zij beschikten meestal over weinig weiland. De koeien stonden over het algemeen op stal en de geproduceerde melk was van mindere kwaliteit. Het hoofddoel was vleesproductie. Schillenboeren: Boeren met weinig weiland om het vee te laten grazen gingen op zoek naar goedkope mogelijkheden om het vee te voeren, dit werd gevonden in het voedselafval van de steden. Slimme ondernemers, de "schillenboeren" verzamelden het organisch afval van huisgezinnen en restaurants. Dit afval werd afgeleverd bij de Mathenesserbrug in Rotterdam waar het aangekocht werd door grossiers waaronder de firma F.Baartman uit Kethel. Deze grossiers verkochten dit afval vervolgens aan boeren in Kethel en omgeving. Sommige boeren hielden echter alles in eigen hand en gingen met verse melk naar elitaire buurten zoals de Lange Haven en de Plantage en namen tegelijkertijd het keukenafval in ontvangst. Verse melk en keukenafval werden dan op de zelfde wagen vervoerd. 176 Scyedam jrg. 36 nr. 5

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2010 | | pagina 32