opgevoerd, tot smaad van de Katholieke godsdienst. In veel plaatsen hielden de ommegangen (plaatselijke processies) op. Het thema op de Kethelse blazoenen van 1606 en 1615 wasDe geboorte van Christus. We zien op het blazoen uit 1616 een kindje gewikkeld in doeken liggen in een kistje met stro, met aan weerszijden een os, een engel, daarachter Maria (geknield met de handen gevouwen) en Jozef. De koperen ketel op de voorgrond is een verwijzing naar het dorp Kethel. De zonnebloem die uit de ketel oprijst, verwijst naar de naam van de kamer. Erboven daalt in helder licht een duif neer, het symbool van de Heilige Geest waaruit Christus verwekt is. Rond de bloem is op een tekstlint het motto van de kamer "NOYT MEERDER VREUCHTte lezen. Rechts in de doorkijk is de aankondiging van Christus geboorte aan de herders te zien. Herders en schapen kijken naar een engel die boven het veld verschijnt. Het blazoengedicht "Noyt meerder vreucht" geschreven door Jan Janse Schout heeft twee boodschappen. 1. Allergrootste vreugde voor de mens is de geboorte van Christus, omdat Gods Zoon de mensheid zal verlossen. 2. Symboliek van de zonnebloem. Namelijk de zonnebloem draait mee met de zon om steeds "in rechten stant" het zonlicht te kunnen opvangen. Zoals de zonnebloem gehoorzaam de zon volgt, zo moet de mens zonder dwalen het "Eewich Licht"volgen. Dus staat de zonnebloem symbool voor de mens die zich tot God wendt. Links op de cartouche is het wapen van Holland te zien. Rechts dat van Adriaen Rutgers van IJlen, de ambachtsheer van Kethel Spaland. Heel langzaam is de klad in de rederijkerij gekomen. De kleurigheid van vlaggen, wimpels, trommen en blazoenen bij het intreden werd vertroebeld door opvolgende slemppartijen. Mede omdat in gedichten en voorstellingen kerken en overheid het vaak moeten ontgelden, worden deze activiteiten steeds meer verboden, zowel door de Staten als de kerken Soms blijken kasteleins de organisatoren te zijn, niet voor culturele verheffing, maar voor eigen gewin. We kunnen wel aannemen dat omstreeks 1722 een ruzie tussen de Kethelse dominee H. van Bulderen en Simon van der Meer, de waard van de Vergulde Valck, het einde betekende van het rederijkersleven en daarmee ook van De Sonnebloem. In sommige geschriften wordt nogal badinerend over de rederijkers gesproken als zijnde "Boerenspelletjes". Echter, sommige grote schrijvers van de Gouden Eeuw, zoals Bredero, Hooft en Vondel zijn voortgekomen uit de rederijkers. Ook onze beroemde Kethelse dichter Huybrecht Cornelis Poot (23 januari 1689 - 31 december 1733) was eens lid van De Sonnebloem. Via het beoefenen van de toneelspel en dichtkunst hebben de rederijkers fundamenteel bijgedragen aan de ontwikkeling van het Nederlands als cultuurtaal. Blazoen Van het F ranse woord blasonisoorspronkelij k schild. Andere naam voor geslachtswapen. Blazoen werd ook de naam voor het wapen dat door een rederijkerskamer als kenteken werd aangenomen. Het werd verleend door een hoofdkamer, een jubilerende kamer of ook wel door een vorstelijk persoon. Het vertolkte doorgaans de naam of de kenspreuk van de kamer en bevatte tevens de symbolen van de schutspatroon. Landjuweel Was oorspronkelijk de ca. 1400 aan het 152 Scyedam jrg. 36 nr. 5

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2010 | | pagina 8