Eind jaren zestig van de twintigste eeuw komt definitief de klad erin. De nieuwe bedrijfsleider Tilro klaagt steen en been: het theater draait slecht en met geen mogelijkheid krijgt hij het publiek de zaal meer in. Alleen nog de zaterdagen en zondagen is de zaal geopend - meestal voor het jongere publiek. En op zaterdagnacht voor achttien jaar en ouder. Maar op belegen westerns of kurkdroge seksfilms zat niemand meer te wachten. Alleen de 68- jarige Rotterdamse filmoperateur vond die misschien nog spannend, bij tijd en wijle. Bovendien is er geen kordate Daniels meer, die de steeds baldadiger wordende jeugd in de hand kan houden. Met enige regelmaat verdwijnt de noodverlichting in de gang en worden stoelen beschadigd. De bedrijfsleider probeert nog het tij te keren. Hij schakelt van de ene op de andere dag over van B-films vol kabels, breuk en brandplekken op cult films. Die werden genoten met een jas over de knieën tegen de kou, want de verwarming deed het niet en het heteluchtkanon dat de verwarming moest vervangen, verdreef slechts de vorst en vulde verder de zaal met een doordringende petrolielucht. Alleen de jaarlijkse sinterklaasvoorstellingen, georganiseerd door de winkeliersvereniging, kunnen met recht een succes genoemd worden. Pogingen om het gebouw in een andere culturele functie opnieuw betekenis te geven voor de stad, stranden op gebrek aan wil of financiën. Voorstellen om er een vestzakschouwburg van te maken komen niet van de grond. Ook de stichting Cultura ziet geen gat in de tonnen kostende verbouwing die het inmiddels aftandse, vochtige en verwaarloosde theater hard nodig heeft. Jan de Groot, zoon van de vroegere directeur oppert in 1969 nog om van de zaak een bioscoop met grand-café te maken. Op personeel kan dan grof bezuinigd worden. Mensen kunnen net zo goed kaartjes uit de muur trekken en zelf een plaatsje zoeken, vindt hij. Het huurcontract is door City inmiddels opgezegd: in 1972 komt het pand leeg te staan. En de gemeente weigert garant te staan voor honderdduizend gulden - twee derden van het totale bedrag waarvoor De Groot denkt de zaak weer vlot te kunnen trekken. Veel meer kan of wil De Groot niet verzinnen. "Of het wordt opslagplaats...", verzucht hij, "...maar dan wordt het zo'n dood punt op de Hoogstraat en dat zou ik jammer vinden.". Een radicale koersverandering komt met het voornemen van Joop Leur, Theo van Hal en Jan Rijke - oud-voetballer van Hermes-DVS - om er de beste discoclub van Nederland van de grond te tillen. Op 26 december 1971 gaat de zaak inderdaad open. Maar ook Disco-dancing 'De Appel' komt niet echt van de grond. De dancing die Sitton er had - weer later - moest ook sluiten vanwege een tanend jeugdig enthousiasme. Om van recentere dancing-experimenten niet eens te spreken. Die werden gesloten voor ze goed en wel open waren. Alleen de bingo-avonden die Wout van Iperen in de jaren negentig organiseerde, trokken steevast een drom bezoekers die met touringcars tegelijk op de Hoogstraat werd afgezet. En nu? Anno 2011 is de Monopole - want dat blijft het toch nog steeds - weer uit de steigers. Het casco en de aller noodzakelijkste gebreken aan het interieur werden door de gemeente grondig gerestaureerd. Daarmee is de hoop achtergebleven in de doos van Pandora. Het pand heeft straks uiterlijk de allure die het eens had. Een mooi nieuw hoofdstuk voor dit met historie doordrenkte monument kan beginnen. Het pand verdient niet minder. 10 Scyedam jrg. 37 nr. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2011 | | pagina 10