BOUWHISTORISCHE VERKENNING VAN DE "MONOPOLE"
Rutger Polderman Vera van der Vlerk
Inleiding
Dit voormalige bioscoopgebouw
is een gemeentelijk monument
gesitueerd op de hoek van de
Hoogstraat en de Appelmarkt
en heeft vanwege deze mar
kante ligging een hoge steden
bouwkundige waarde.
De Monopole is een voorbeeld
van een vroeg bioscoopgebouw
uit de periode van het Inter
bellum.
Dit artikel geeft de bevindingen
weer van een bouwhistorische
verkenning die voorafgaand aan
de restauratie van de Monopole
is uitgevoerd.
Achtergrond
Het door architect A. Stahlie ontworpen
bioscoopgebouw is tot stand gekomen
in 1921, toen de NV tot Exploitatie van
Lichtbeeldkunst van A. Dettmeyer op de
hoek van de Appelmarkt en de Hoogstraat
een veilingzaaltje sloopte en hier in oktober
van dat jaar de bioscoop "Pandora" opende.
Al krap twee jaar later verkeerde de
onderneming in een faillissement en werd
de bioscoop overgenomen door een lokale
fietsenmaker en een pianist, Bol en Murray.
In 1927 werd het bedrijf wederom verkocht,
aan D. Grimmelikhuysen, beter bekend als
Louis Daniels, een destijds zeer bekende
variétéartiest. Hij verbouwde het theater, dat
op 2 september 1932 heropend werd. Daarna
veranderde hij de naam in "City-bioscoop".
Na een korte sluiting werd de bioscoop in
1938 opnieuw heropend, nu als "Monopole".
De bioscoop heeft nu groot succes en trekt
volle zalen, waarschijnlijk omdat Davids
zich anders dan zijn voorgangers met vooral
vecht- en spektakelfilms richt op een breed
publiek.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw
lopen de bezoekersaantallen terug. Om
het tij te keren wordt er een verbouwing
uitgevoerd, waarbij de balkon rechtgetrokken
en de zaal wordt voorzien van nieuwe stoelen
(afkomstig uit het Amsterdamse Tuschinsky-
theater), met een centraal middenpad in
plaats van zijpaden. Ook worden de entree
en de hal verbouwd. De bioscoop is dan
inmiddels overgenomen door het Haagse
City-concern. Het gebouw verkeert echter
in slechte staat en er is nauwelijks nog
verwarming. De deuren worden eerst alleen
nog maar op zaterdag en zondag geopend,
om in 1968 helemaal te sluiten. Vanaf 1971
wordt het gebouw in gebruik genomen als
dansschool en later als dancing, maar ook
die bestemming kent geen langdurig succes.
Het laatste incidentele gebruik dateert uit de
jaren negentig, als er met enig succes bingo
avonden worden georganiseerd. Ook wordt
het gedurende één weekeinde als discotheek
gebruikt, maar dat veroorzaakt zoveel
overlast voor de omgeving dat de deuren
daarna meteen voorgoed sluiten.
Situatie vóór de restauratie
Het gebouw is opgetrokken op een
rechthoekige plattegrond, met een
afgeschuinde hoek op de kruising van de
Appelmarkt en de Hoogstraat, waar zich de
hoofdentree naar de voormalige bioscoop
bevindt. Het gebouw bevat stij 1 kenmerken van
de art deco en kent drie bouwlagen. De hoek
van het gebouw wordt extra geaccentueerd
met een extra bouwlaag, zodat deze boven
het gebouw uittorent. Het flauw hellende
Scyedam jrg. 37 nr. 1
13