bij de verbouwing in 1938 getracht heeft het
gebouw een vleugje van de grandeur van
de grote Amsterdamse broer mee te geven.
Daarnaast is het schilderwerk aangebracht
op stucwerk, dat geheel op blokken poreuze
steen is aangebracht, zoals onder meer
zichtbaar is bij de muurafwerking op de
zijgevel boven de galerij. Ongeacht het
exacte fabrikaat daarvan ligt de datering in
ieder geval niet vóór circa 1930 - en dan
nog is het gebruik hier een bijzonder vroeg
voorbeeld van de toepassing van een dergelijk
materiaal. Mogelijk betreft het zogenaamde
Citopon, een lokaal vervaardigde poreuze
steen die afmetingen had van 67x33x8 cm en
die omstreeks die tijd op de markt kwam.
Waarschijnlijk zijn deze stenen in de bij
de bouw dieper uitgevoerde blindnissen
aangebracht, zodat er achter de poreuze
stenen al een oudere muurafwerking
aanwezig kan zijn.
De overschildering in groen en rood zal naar
verwachting bij de modernisering omstreeks
1960 tot stand zijn gekomen.
Het voormalige toneel van de bioscoopzaal
was voorzien van een getrapte omlijsting,
zoals die op meerdere plaatsen in het gebouw
als randafwerking kan worden aangetroffen.
Vóór deze omlijsting is nu een afgeschuinde wand
van poriso aangebracht (afb. 15). Ter plaatse van de
bovenzijde van de omlijsting is een restant zichtbaar
van een rand van keramische profielstenen (afb. 16).
Het muurwerk aan weerszijden van het toneel lag
oorspronkelijk iets terug, deze muur is door middel
van nieuwe baksteen wanden zoveel mogelijk vlak
gemaakt (afb. 15, links en 16, boven).
Op de tweede verdieping zijn de zijgevels
(afb. 17) en de wanden tussen de zaal en de
projectorruimte (afb. 18) beschilderd met
een eenvoudige, tweekleurige beschildering
in paarsroze tinten boven een groene plint.
Het dak op de verhoogde hoek van de
bioscoop is op onbekend moment gewijzigd.
In het interieur is zichtbaar dat zich onder
het noordelijke dakvlak van het piramidedak
oorspronkelijke een trekbalk of spant
24
Scyedam jrg. 37 nr. 1